Spaans

Uitgebreide vertaling voor mantener (Spaans) in het Nederlands

mantener:

mantener werkwoord

  1. mantener (amar; querer)
    houden van; beminnen; liefhebben
    • houden van werkwoord
    • beminnen werkwoord (bemin, bemint, beminde, beminden, bemind)
    • liefhebben werkwoord (heb lief, hebt lief, had lief, hadden lief, lief gehad)
  2. mantener (conservar)
    in stand houden; onderhouden; behouden
    • in stand houden werkwoord (houd in stand, houdt in stand, hield in stand, hielden in stand, in stand gehouden)
    • onderhouden werkwoord (onderhoud, onderhoudt, onderhield, onderhielden, onderhouden)
    • behouden werkwoord (behoud, behoudt, behield, behielden, behouden)
  3. mantener (apoyar financieramente)
    financieel steunen; onderhouden
  4. mantener (guardar)
    vasthouden; niet laten gaan
  5. mantener (perpetuar)
    bestendigen
    • bestendigen werkwoord (bestendig, bestendigt, bestendigde, bestendigden, bestendigd)
  6. mantener

Conjugations for mantener:

presente
  1. mantengo
  2. mantienes
  3. mantiene
  4. mantenemos
  5. mantenéis
  6. mantienen
imperfecto
  1. mantenía
  2. mantenías
  3. mantenía
  4. manteníamos
  5. manteníais
  6. mantenían
indefinido
  1. mantuve
  2. mantuviste
  3. mantuvo
  4. mantuvimos
  5. mantuvisteis
  6. mantuvieron
fut. de ind.
  1. mantendré
  2. mantendrás
  3. mantendrá
  4. mantendremos
  5. mantendréis
  6. mantendrán
condic.
  1. mantendría
  2. mantendrías
  3. mantendría
  4. mantendríamos
  5. mantendríais
  6. mantendrían
pres. de subj.
  1. que mantenga
  2. que mantengas
  3. que mantenga
  4. que mantengamos
  5. que mantengáis
  6. que mantengan
imp. de subj.
  1. que mantuviera
  2. que mantuvieras
  3. que mantuviera
  4. que mantuviéramos
  5. que mantuvierais
  6. que mantuvieran
miscelánea
  1. ¡manten!
  2. ¡mantened!
  3. ¡no mantengas!
  4. ¡no mantengáis!
  5. mantenido
  6. manteniendo
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

mantener [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el mantener (mantener la situación tal como es)
    instandhouden

Vertaal Matrix voor mantener:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
instandhouden mantener; mantener la situación tal como es
vasthouden aferrarse a; retener
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
behouden conservar; mantener amparar; conservar; contener; dejar de lado; guardar; negar; no aceptar; poner aparte; proteger; rechazar; reservar; reservarse
beminnen amar; mantener; querer acostarse; amar; coser; hacer el amor; querer
bestendigen mantener; perpetuar
financieel steunen apoyar financieramente; mantener
houden van amar; mantener; querer apetecer; gustar
in stand houden conservar; mantener
instandhouden conservar; guardar
liefhebben amar; mantener; querer
niet laten gaan guardar; mantener
niet terugnemen mantener
onderhouden apoyar financieramente; conservar; mantener
vasthouden guardar; mantener adentrar; atar; calzar; detener; internar; sujetar; tener agarrado; tener detenido
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onderhouden cuidado

Synoniemen voor "mantener":


Wiktionary: mantener

mantener
verb
  1. iets doen voortbestaan, aan iets vasthouden

Cross Translation:
FromToVia
mantener tegenhouden hold — to cause to wait
mantener houden keep — to maintain the condition of; to preserve
mantener handhaven maintain — to keep up
mantener staan stand — to remain motionless
mantener verplegen; bewaren; verzorgen erhalten — (transitiv) etwas bewahren
mantener onderhouden; verzorgen warten — (transitiv) technische Apparate pflegen und eventuell regelmäßig reparieren
mantener dragen; schoren; steunen; ondersteunen; ruggesteunen; schragen; behouden; bergen; bewaren; conserveren; handhaven; onderhouden; overhouden; doorgaan; verder gaan met; vervolgen; voortgaan; voortzetten maintenirtenir ferme et fixe.

Verwante vertalingen van mantener