Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. manducar:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor manducar (Spaans) in het Nederlands

manducar:

manducar werkwoord

  1. manducar (engullir)
    vreten; onfatsoenlijk eten

Vertaal Matrix voor manducar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vreten devorar
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onfatsoenlijk eten engullir; manducar
vreten engullir; manducar agotar; aprovechar; atiborrarse; atracarse; carcomer; comer; comerse; consumir; dar de comer a; devorar; digerir; digerirse; hartarse; tomar; tragar

Synoniemen voor "manducar":


Wiktionary: manducar

manducar
verb
  1. het nuttigen van voedsel