Spaans

Uitgebreide vertaling voor malgastar (Spaans) in het Nederlands

malgastar:

malgastar werkwoord

  1. malgastar (dilapidar; desperdiciar; gastarse todo el dinero; )
    verspillen; verkwanselen; verbrassen; verkwisten; verkopen; verboemelen
    • verspillen werkwoord (verspil, verspilt, verspilde, verspilden, verspild)
    • verkwanselen werkwoord (verkwansel, verkwanselt, verkwanselde, verkwanselden, verkwanseld)
    • verbrassen werkwoord (verbras, verbrast, verbraste, verbrasten, verbrast)
    • verkwisten werkwoord (verkwist, verkwistte, verkwistten, verkwist)
    • verkopen werkwoord (verkoop, verkoopt, verkocht, verkochten, verkocht)
    • verboemelen werkwoord (verboemel, verboemelt, verboemelde, verboemelden, verboemeld)
  2. malgastar (malgastar el tiempo; perder el tiempo)
    verspillen; verdoen
    • verspillen werkwoord (verspil, verspilt, verspilde, verspilden, verspild)
    • verdoen werkwoord (verdoe, verdoet, verdeed, verdeden, verdaan)
  3. malgastar (perder el tiempo; desaprovechar)
    verbeuzelen; verknoeien; verlummelen
    • verbeuzelen werkwoord (verbeuzel, verbeuzelt, verbeuzelde, verbeuzelden, verbeuzeld)
    • verknoeien werkwoord (verknoei, verknoeit, verknoeide, verknoeiden, verknoeid)
    • verlummelen werkwoord (verlummel, verlummelt, verlummelde, verlummelden, verlummeld)
  4. malgastar (desechar; tirar; arrojar; )
    wegsmijten
    • wegsmijten werkwoord (smijt weg, smeet weg, smeten weg, weggesmeten)

Conjugations for malgastar:

presente
  1. malgasto
  2. malgastas
  3. malgasta
  4. malgastamos
  5. malgastáis
  6. malgastan
imperfecto
  1. malgastaba
  2. malgastabas
  3. malgastaba
  4. malgastábamos
  5. malgastabais
  6. malgastaban
indefinido
  1. malgasté
  2. malgastaste
  3. malgastó
  4. malgastamos
  5. malgastasteis
  6. malgastaron
fut. de ind.
  1. malgastaré
  2. malgastarás
  3. malgastará
  4. malgastaremos
  5. malgastaréis
  6. malgastarán
condic.
  1. malgastaría
  2. malgastarías
  3. malgastaría
  4. malgastaríamos
  5. malgastaríais
  6. malgastarían
pres. de subj.
  1. que malgaste
  2. que malgastes
  3. que malgaste
  4. que malgastemos
  5. que malgastéis
  6. que malgasten
imp. de subj.
  1. que malgastara
  2. que malgastaras
  3. que malgastara
  4. que malgastáramos
  5. que malgastarais
  6. que malgastaran
miscelánea
  1. ¡malgasta!
  2. ¡malgastad!
  3. ¡no malgastes!
  4. ¡no malgastéis!
  5. malgastado
  6. malgastando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor malgastar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verkopen vender
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verbeuzelen desaprovechar; malgastar; perder el tiempo
verboemelen consumir el tiempo parrandeando; derrochar; desperdiciar; despilfarrar; dilapidar; gastarse todo el dinero; malgastar
verbrassen consumir el tiempo parrandeando; derrochar; desperdiciar; despilfarrar; dilapidar; gastarse todo el dinero; malgastar
verdoen malgastar; malgastar el tiempo; perder el tiempo
verknoeien desaprovechar; malgastar; perder el tiempo amargar; emponzoñar; estropear
verkopen consumir el tiempo parrandeando; derrochar; desperdiciar; despilfarrar; dilapidar; gastarse todo el dinero; malgastar comercializar; comerciar; vender; venderse
verkwanselen consumir el tiempo parrandeando; derrochar; desperdiciar; despilfarrar; dilapidar; gastarse todo el dinero; malgastar
verkwisten consumir el tiempo parrandeando; derrochar; desperdiciar; despilfarrar; dilapidar; gastarse todo el dinero; malgastar
verlummelen desaprovechar; malgastar; perder el tiempo
verspillen consumir el tiempo parrandeando; derrochar; desperdiciar; despilfarrar; dilapidar; gastarse todo el dinero; malgastar; malgastar el tiempo; perder el tiempo
wegsmijten arrojar; derrochar; desechar; desperdiciar; despilfarrar; dilapidar; echar; echar a perder; malgastar; tirar

Synoniemen voor "malgastar":


Wiktionary: malgastar

malgastar
verb
  1. iets gebruiken zonder dat je het goed of volledig benut

Cross Translation:
FromToVia
malgastar verspillen; verkwisten; vermorsen; verdoen; verklungelen waste — to squander
malgastar verspillen; verkwisten gaspiller — Dépenser, consommer avec prodigalité. (Sens général).

Verwante vertalingen van malgastar