Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. malestar:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor malestar (Spaans) in het Nederlands

malestar:

malestar [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el malestar (desagrado; disgusto; insatisfacción; )
    het onbehagen; de onvrede; het misnoegen; de onmin
    • onbehagen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • onvrede [de ~] zelfstandig naamwoord
    • misnoegen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • onmin [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. el malestar (incomodidad; molestia; disgusto; )
    het onbehagen; de onvrede; de onaangenaamheid; de ontevredenheid; het misnoegen; de onbehaaglijkheid

Vertaal Matrix voor malestar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
misnoegen desagrado; desazón; descontento; discordia; disgusto; incomodidad; insatisfacción; malestar; molestia abatimiento; desagrado; descontento; discordia; disgusto; irritación
onaangenaamheid desazón; descontento; disgusto; incomodidad; insatisfacción; malestar; molestia
onbehaaglijkheid desazón; descontento; disgusto; incomodidad; insatisfacción; malestar; molestia
onbehagen desagrado; desazón; descontento; discordia; disgusto; incomodidad; insatisfacción; malestar; molestia
onmin desagrado; descontento; discordia; disgusto; incomodidad; insatisfacción; malestar desacuerdo; descontento; discordia
ontevredenheid desazón; descontento; disgusto; incomodidad; insatisfacción; malestar; molestia abatimiento; desagrado; descontento; discordia; disgusto
onvrede desagrado; desazón; descontento; discordia; disgusto; incomodidad; insatisfacción; malestar; molestia desacuerdo; descontento; discordia

Verwante woorden van "malestar":

  • malestares

Wiktionary: malestar


Cross Translation:
FromToVia
malestar ongesteldheid malaise — bodily feeling
malestar indispositie; ongesteldheid Unwohlsein — gefühlte körperliche oder psychische Unstimmigkeit