Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
- males:
-
mal:
- ziek; aan een ziekte lijdend; slecht; gemeen; vals; min; misselijk; onpasselijk; naar; onwel; averechts; verkeerd; kwaad; boos; razend; furieus; nijdig; woest; vertoornd; spinnijdig; ziedend; toornig; met slechte intentie; kwaadwillig; satanisch; scheefgegroeid
- klacht; bezwaar; het klagen; grief; demon; duivel; satan; kwaad; slepende ziekte; stoornis; kwaal; ongemak; ongerief
- Wiktionary:
Spaans
Uitgebreide vertaling voor males (Spaans) in het Nederlands
males:
-
el males (defectos; incomodidades; deficiencias; imperfecciónes; problemas; dificultades)
-
el males (molestias; problemas)
Vertaal Matrix voor males:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
defecten | defectos; deficiencias; dificultades; imperfecciónes; incomodidades; males; problemas | |
ongemakken | males; molestias; problemas | defectos; deficiencias; desperfectos; fallos; faltas; imperfecciones; imperfecciónes; patinazos; privaciones; problemas |
ongerieven | males; molestias; problemas |
Verwante woorden van "males":
mal:
-
mal (enfermo; malo; indispuesto; sombrío; lúgubre; triste)
ziek; aan een ziekte lijdend-
ziek bijvoeglijk naamwoord
-
aan een ziekte lijdend bijvoeglijk naamwoord
-
-
mal (malicioso; malo; maligno; vil; soez; infame; falso; ruin; pérfido)
-
mal (mareado)
misselijk; onpasselijk; naar; onwel-
misselijk bijvoeglijk naamwoord
-
onpasselijk bijvoeglijk naamwoord
-
naar bijvoeglijk naamwoord
-
onwel bijvoeglijk naamwoord
-
-
mal (al revés; contraproducente; detrás; atrás)
-
mal (airado; enfadado; malo; con un humor de perros; enojado; furioso; rudo; feroz; rabioso; indignado; enfurecido; malamente; frenético; indebidamente)
-
mal (atravesado; enojado; falso; malo; maligno; desafinado; malvado; falsificado; enfadado; airado; colérico; pérfido; indebidamente; malamente; falsamente)
slecht; met slechte intentie; gemeen; vals; kwaadwillig-
slecht bijvoeglijk naamwoord
-
met slechte intentie bijvoeglijk naamwoord
-
gemeen bijvoeglijk naamwoord
-
vals bijvoeglijk naamwoord
-
kwaadwillig bijvoeglijk naamwoord
-
-
mal (satánico; malo; malvado; maligno; malévolo; malicioso; diabólico; demoníaco)
-
mal
scheefgegroeid-
scheefgegroeid bijvoeglijk naamwoord
-
-
el mal (inconveniente; reclamación; queja; dolencia; querella; llanto; enfermedad; suspiro; reproche; objeción; lamentación)
-
el mal (diablo; maldad; Satán; demonio)
-
el mal (dolencia; enfermedad; molestia; achaque; incomodidad)
-
el mal (incomodidad; inconveniente; molestia; molestias)
Vertaal Matrix voor mal:
Verwante woorden van "mal":
Synoniemen voor "mal":
Wiktionary: mal
mal
Cross Translation:
adjective
noun
-
een defect
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• mal | → opvliegend; driftig | ↔ cranky — grouchy, irritable; easily upset |
• mal | → euvel; slecht; kwaad; boosaardig; kwaadaardig | ↔ evil — intending to harm |
• mal | → kwade; euvel; slechte; kwaad | ↔ evil — evil |
• mal | → misselijk | ↔ ill — having an urge to vomit |
• mal | → slecht; verkeerd; beroerd; kwaad; kwalijk | ↔ mauvais — défavorable ; qui cause une impression défavorable. |
Computer vertaling door derden: