Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. magnificencia:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor magnificencia (Spaans) in het Nederlands

magnificencia:

magnificencia [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la magnificencia (lujo; riqueza; abundancia; )
    de luxe; de overvloed; de weelderigheid; de pracht; de weelde
    • luxe [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • overvloed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • weelderigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • pracht [de ~] zelfstandig naamwoord
    • weelde [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. la magnificencia (pomposidad)
    de weidsheid

Vertaal Matrix voor magnificencia:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
luxe abundancia; grandeza; lujo; magnificencia; plétora; profusión; riqueza; suntuosidad
overvloed abundancia; grandeza; lujo; magnificencia; plétora; profusión; riqueza; suntuosidad abundancia; desbordamiento; excedente; exceso; gran cantidad; intemperancia; montón; pila; rebosamiento; superabundancia
pracht abundancia; grandeza; lujo; magnificencia; plétora; profusión; riqueza; suntuosidad adorno; belleza; boato; brillantez; brillo; esplendor; fastuosidad; glande; gloria; hermosura; lustre; ostentación; pompa; preciosidad; resplandor
weelde abundancia; grandeza; lujo; magnificencia; plétora; profusión; riqueza; suntuosidad
weelderigheid abundancia; grandeza; lujo; magnificencia; plétora; profusión; riqueza; suntuosidad erotismo; sensualidad; sensualismo
weidsheid magnificencia; pomposidad

Synoniemen voor "magnificencia":