Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. mañana:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor mañana (Spaans) in het Nederlands

mañana:

mañana [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la mañana (madrugada)
    de morgen; de ochtend
    • morgen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • ochtend [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. la mañana (primeras horas de la tarde)
    de voormiddag
  3. la mañana

Vertaal Matrix voor mañana:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
morgen madrugada; mañana
ochtend madrugada; mañana
voormiddag mañana; primeras horas de la tarde
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
morgen mañana

Verwante woorden van "mañana":

  • mañanas

Synoniemen voor "mañana":


Wiktionary: mañana

mañana
noun
  1. eerste deel van de dag, tussen ca. 6.00 en 12.00 uur

Cross Translation:
FromToVia
mañana morgen; ochtend morning — the part of the day after midnight and before midday
mañana morgen tomorrow — on the day after the present day
mañana morgen tomorrow — the day after the present day
mañana voormiddag VormittagTageszeit: Die Zeit zwischen dem Morgen und dem Mittag
mañana morgen morgenZeitangabe: am Tag nach dem heutigen Tag
mañana ochtend; morgen matin — De minuit à midi
mañana morgen; ochtend matinée — La partie du matin qui écouler depuis le point du jour jusqu’à midi.

Verwante vertalingen van mañana