Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. múltiple:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor múltiple (Spaans) in het Nederlands

múltiple:

múltiple bijvoeglijk naamwoord

  1. múltiple (diferente; varios; vario)
    uiteenlopend; divers; verschillend; onderscheiden; ongelijksoortig
  2. múltiple (divergente; varios; diversos; )
    uiteenlopende

Vertaal Matrix voor múltiple:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onderscheiden abarcar con la vista; adornar; atisbar; calzar la espuela; condecorar; contemplar; cumplir; darse cuenta de; decorar; desempeñar; destacarse; determinar; diferenciar; diferenciarse; discernir; distinguir; distinguirse; divisar; experimentar; hojear; luquear; mirar; notar; observar; percatarse de; percibir; reemplazar; señalar; sobresalir; substituir; suplir; ver; vislumbrar
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
divers diferente; múltiple; vario; varios
onderscheiden diferente; múltiple; vario; varios
ongelijksoortig diferente; múltiple; vario; varios
uiteenlopend diferente; múltiple; vario; varios
verschillend diferente; múltiple; vario; varios diferente
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uiteenlopende de muchas clases; de todo tipo; desigual; diferente; dispar; divergente; diverso; diversos; múltiple; vario; varios

Verwante woorden van "múltiple":

  • múltipla, múltiplas, múltiples

Synoniemen voor "múltiple":


Wiktionary: múltiple


Cross Translation:
FromToVia
múltiple divers; veelvoudig multifarious — having multiplicity

Verwante vertalingen van múltiple