Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
- múltiple:
-
Wiktionary:
- múltiple → divers, veelvoudig
Spaans
Uitgebreide vertaling voor múltiple (Spaans) in het Nederlands
múltiple:
-
múltiple (diferente; varios; vario)
uiteenlopend; divers; verschillend; onderscheiden; ongelijksoortig-
uiteenlopend bijvoeglijk naamwoord
-
divers bijvoeglijk naamwoord
-
verschillend bijvoeglijk naamwoord
-
onderscheiden bijvoeglijk naamwoord
-
ongelijksoortig bijvoeglijk naamwoord
-
-
múltiple (divergente; varios; diversos; diferente; dispar; vario; desigual; diverso; de todo tipo; de muchas clases)
uiteenlopende-
uiteenlopende bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor múltiple:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
onderscheiden | abarcar con la vista; adornar; atisbar; calzar la espuela; condecorar; contemplar; cumplir; darse cuenta de; decorar; desempeñar; destacarse; determinar; diferenciar; diferenciarse; discernir; distinguir; distinguirse; divisar; experimentar; hojear; luquear; mirar; notar; observar; percatarse de; percibir; reemplazar; señalar; sobresalir; substituir; suplir; ver; vislumbrar | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
divers | diferente; múltiple; vario; varios | |
onderscheiden | diferente; múltiple; vario; varios | |
ongelijksoortig | diferente; múltiple; vario; varios | |
uiteenlopend | diferente; múltiple; vario; varios | |
verschillend | diferente; múltiple; vario; varios | diferente |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
uiteenlopende | de muchas clases; de todo tipo; desigual; diferente; dispar; divergente; diverso; diversos; múltiple; vario; varios |
Verwante woorden van "múltiple":
Synoniemen voor "múltiple":
Wiktionary: múltiple
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• múltiple | → divers; veelvoudig | ↔ multifarious — having multiplicity |