Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. los:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor los (Spaans) in het Nederlands

los:

los bijvoeglijk naamwoord

  1. los (el; la; las)
    de
    • de bijvoeglijk naamwoord
  2. los (ellos; sus; su; )
    hun; hen
    • hun bijvoeglijk naamwoord
    • hen bijvoeglijk naamwoord

los

  1. los (sus; se; ellos; )

Vertaal Matrix voor los:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hen gallina
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
de el; la; las; los
men a ellas; a ellos; ella; ellas; ello; ellos; las; les; los; se; su; sus
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
de el; la; las; los
hen a ellas; a ellos; ella; ellas; ello; ellos; las; les; los; se; su; sus
hun a ellas; a ellos; ella; ellas; ello; ellos; las; les; los; se; su; sus

Verwante woorden van "los":

  • loses

Wiktionary: los


Cross Translation:
FromToVia
los de; het the — article
los de; het the — used as an alternative to a possessive pronoun before body parts
los de; het the — with an adjectival noun, as in “the hungry” to mean “hungry people”
los het the — with a superlative
los de; het the — used with the name of a member of a class to refer to all things in that class
los hem; 'm; haar; d’r; het le — Pronom masculin singulier accusatif de la troisième personne

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van los