Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
-
listo:
- voltooid; over; klaar; uit; afgelopen; geëindigd; gereed; voorbij; afgedaan; af; beëindigd; gedaan; gepleegd; paraat; gepakt; adrem; bijdehand; snedig; gevat; raak; clever; slim; schrander; snugger; kien; uitgeslapen; pienter; goochem; bij de pinken; volbracht; intelligent; bereid; gemeen; achterbaks; sluw; geraffineerd; uitgekookt; geslepen; snood; slinks; stiekem; leep; gewiekst; geniepig; listig; doortrapt; gehaaid; gluiperig; arglistig; link; ingenieus; knap; vindingrijk; briljant; kundig; vaardig; kunstig; handig; bekwaam; behendig; berekenend; bedreven; geoefend; scherpzinnig; gepolijst; gladgemaakt; gladgeslepen; spits; scherp; puntig; gis; uitgekiend; spitsvondig; aantrekkelijke
- genie; geniekorps
-
Wiktionary:
- listo → knap, pienter, slim
- listo → slim, scherpzinnig, kloek, gaar, gereed, klaar, klare, voorbereid, voorbereide, gladde, af, afgelopen
Spaans
Uitgebreide vertaling voor listo (Spaans) in het Nederlands
listo:
-
listo (acabado; pasado; terminado; pronto; completo; llevado a cabo; perfecto; concluído; realizado; efectuado)
-
listo (completo; terminado; llevado a cabo; acabado; realizado; preparado; efectuado; ultimado; concluido)
voltooid; klaar; beëindigd; over; afgelopen; gereed; uit; gedaan; af; gepleegd; geëindigd; voorbij-
voltooid bijvoeglijk naamwoord
-
klaar bijvoeglijk naamwoord
-
beëindigd bijvoeglijk naamwoord
-
over bijvoeglijk naamwoord
-
afgelopen bijvoeglijk naamwoord
-
gereed bijvoeglijk naamwoord
-
uit bijvoeglijk naamwoord
-
gedaan bijvoeglijk naamwoord
-
af bijwoord
-
gepleegd bijvoeglijk naamwoord
-
geëindigd bijvoeglijk naamwoord
-
voorbij bijvoeglijk naamwoord
-
-
listo (preparado)
-
listo (preparado)
-
listo (pronto a la réplica; inteligente; avispado; vivo; oportuno; aprovechado; ladino; zorro; ingenioso; despierto; afilado; agudo; astuto; diestro; vivaracho)
-
listo (afilado; guapa; descansado; guapo; apuesto; bello; agudo; mañoso; astuto; inteligente; aprovechado; ingenioso; cortante; buen mozo; de buen ver)
-
listo (despabilado; inteligente; zorro; vivo; astuto; ingenioso; perspicaz; avispado; despierto)
slim; clever; kien; goochem; bij de pinken; schrander; uitgeslapen-
slim bijvoeglijk naamwoord
-
clever bijvoeglijk naamwoord
-
kien bijvoeglijk naamwoord
-
goochem bijvoeglijk naamwoord
-
bij de pinken bijvoeglijk naamwoord
-
schrander bijvoeglijk naamwoord
-
uitgeslapen bijvoeglijk naamwoord
-
-
listo (acabado; hecho; realizado; terminado; llevado a cabo; ejecutado)
-
listo (inteligente; destacado; agudo; buen mozo; brillante; juicioso; perspicaz; de buen ver)
intelligent; pienter; schrander-
intelligent bijvoeglijk naamwoord
-
pienter bijvoeglijk naamwoord
-
schrander bijvoeglijk naamwoord
-
-
listo (dispuesto; propenso; inclinado)
-
listo (astuto; exquisito; zorro; bajo; desagradable; malo; antipático; sinvergüenza; secreto; afilado; ducho; redomado; guarro; a escondidas; grosero; canalla; sofisticado; vivo; falso; disimulado; secretamente; hábil; desafinado; indecente; taimado; pérfido; cazurro; traicionero; tallado; reticente; despreciable; obsceno; andrajoso; harapiento; solapado; socarrón; a hurtadillas; terriblemente; subrepticio; falsamente; en secreto; falsificado; desacorde; en falso)
gemeen; achterbaks; sluw; geraffineerd; uitgekookt; geslepen; snood; slinks; stiekem; leep; gewiekst; geniepig; listig; doortrapt; gehaaid; gluiperig-
gemeen bijvoeglijk naamwoord
-
achterbaks bijvoeglijk naamwoord
-
sluw bijvoeglijk naamwoord
-
geraffineerd bijvoeglijk naamwoord
-
uitgekookt bijvoeglijk naamwoord
-
geslepen bijvoeglijk naamwoord
-
snood bijvoeglijk naamwoord
-
slinks bijvoeglijk naamwoord
-
stiekem bijvoeglijk naamwoord
-
leep bijvoeglijk naamwoord
-
gewiekst bijvoeglijk naamwoord
-
geniepig bijvoeglijk naamwoord
-
listig bijvoeglijk naamwoord
-
doortrapt bijvoeglijk naamwoord
-
gehaaid bijvoeglijk naamwoord
-
gluiperig bijvoeglijk naamwoord
-
-
listo (afilado; mañoso; arriesgado; cuco; furtivo; falso; ciego; astuto; hábil; ingenioso; sofisticado; espabilado; ladino; deslizante; avispado; calculador; cazurro; habilidoso; bien calculado)
-
listo (ingenioso; perito; apuesto; hábil; diestro; inventivo; ducho; inteligente; habilidoso)
-
listo (diestro; experto; mañoso; capaz; descansado; talentoso; aprovechado; despierto; agudo; atractivo; sofisticado; cortante; afilado; ingenioso; espabilado; experimentado; habilidoso; buen mozo)
-
listo (hallado; vivo; zorro; calculador; oportuno; avispado)
gewiekst; berekenend; gehaaid-
gewiekst bijvoeglijk naamwoord
-
berekenend bijvoeglijk naamwoord
-
gehaaid bijvoeglijk naamwoord
-
-
listo
-
listo (hábil; capaz; talentoso; apto; competente; experto; versado; habilidoso; perito; diestro; ducho; entrenado; mañoso; certero; experimentado; sabiondo)
-
listo (agudo; mañoso; cortante; hermoso; perito; ingenioso; talentoso; habilidoso; bonito; claro; preciso; apretado; ducho; acre; sagaz; versado; rácano; bello; atractivo; áspero; inteligente; oportuno; penoso; doloroso; ajustado; puntiagudo; punzante; buen mozo; de buen ver)
slim; scherpzinnig; gevat; schrander; uitgeslapen; snedig-
slim bijvoeglijk naamwoord
-
scherpzinnig bijvoeglijk naamwoord
-
gevat bijvoeglijk naamwoord
-
schrander bijvoeglijk naamwoord
-
uitgeslapen bijvoeglijk naamwoord
-
snedig bijvoeglijk naamwoord
-
-
listo (pulido; diestro; tallado; afilado; mañoso; ladino; deslizante; taimado; habilidoso; redomado; alisado; allanado; acicalado)
gepolijst; geslepen; gladgemaakt; gladgeslepen-
gepolijst bijvoeglijk naamwoord
-
geslepen bijvoeglijk naamwoord
-
gladgemaakt bijvoeglijk naamwoord
-
gladgeslepen bijvoeglijk naamwoord
-
-
listo (astuto; puntiagudo)
-
listo (despabilado; inteligente; vivo; perspicaz; avispado)
-
listo (ingenioso; taimado; zorro; cuco)
scherpzinnig; uitgekiend; spitsvondig-
scherpzinnig bijvoeglijk naamwoord
-
uitgekiend bijvoeglijk naamwoord
-
spitsvondig bijvoeglijk naamwoord
-
-
listo (atractivo; guapa; bonito; bello; capaz; interesante; encantador; hábil; inteligente; tentador; buen mozo; de buen ver)
aantrekkelijke-
aantrekkelijke bijvoeglijk naamwoord
-
-
listo (astuto; ducho; espabilado; muy vivo)
gewiekst; uitgeslapen; gevat; gehaaid; snedig-
gewiekst bijvoeglijk naamwoord
-
uitgeslapen bijvoeglijk naamwoord
-
gevat bijvoeglijk naamwoord
-
gehaaid bijvoeglijk naamwoord
-
snedig bijvoeglijk naamwoord
-
-
el listo (genio)
Vertaal Matrix voor listo:
Verwante woorden van "listo":
Synoniemen voor "listo":
Wiktionary: listo
listo
Cross Translation:
adjective
-
verstandig
- knap → inteligente; listo; hábil
-
zeer slim
-
intelligent, snel van begrip
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• listo | → slim; scherpzinnig; kloek | ↔ clever — mentally quick or sharp |
• listo | → gaar | ↔ done — (of food) ready, fully cooked |
• listo | → gereed; klaar | ↔ ready — Prepared for immediate action or use |
• listo | → klaar; klare; voorbereid; voorbereide | ↔ set — ready, prepared |
• listo | → scherpzinnig | ↔ sharp — intelligent |
• listo | → slim | ↔ smart — exhibiting intellectual knowledge, such as that found in books |
• listo | → gladde | ↔ aalglatt — übertragen, abwertend: durchtrieben, sehr gewandt, geschickt, kaum angreifbar, gerissen, schwer (mit Argumenten) zu packen, für alles eine Ausrede habend, mit Hilfe geschickter Rhetorik seine Interessen durchsetzen, raffiniert |
• listo | → af; afgelopen; gereed; klaar | ↔ prêt — Qui est en état de faire, de dire, de recevoir, etc... (Sens général). |