Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. les:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor les (Spaans) in het Nederlands

les:

les bijvoeglijk naamwoord

  1. les (ellos; sus; su; )
    hun; hen
    • hun bijvoeglijk naamwoord
    • hen bijvoeglijk naamwoord

les

  1. les (sus; se; ellos; )

Vertaal Matrix voor les:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hen gallina
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
men a ellas; a ellos; ella; ellas; ello; ellos; las; les; los; se; su; sus
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hen a ellas; a ellos; ella; ellas; ello; ellos; las; les; los; se; su; sus
hun a ellas; a ellos; ella; ellas; ello; ellos; las; les; los; se; su; sus

Wiktionary: les


Cross Translation:
FromToVia
les jullie; je; u you — object pronoun: the group being addressed