Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
- lúgubre:
-
Wiktionary:
- lúgubre → akelig
- lúgubre → stuurs, akelig, naar, onaangenaam, verdrietelijk, vervelend, mistroostig, naargeestig, somber, triestig, balorig, kregel, slechtgehumeurd, kregelig, gemelijk, bars, honds, nors, nurks, onaardig, onvriendelijk, zuur, saai
Spaans
Uitgebreide vertaling voor lúgubre (Spaans) in het Nederlands
lúgubre:
-
lúgubre (enfermo; mal; malo; indispuesto; sombrío; triste)
ziek; aan een ziekte lijdend-
ziek bijvoeglijk naamwoord
-
aan een ziekte lijdend bijvoeglijk naamwoord
-
-
lúgubre (aterrador; siniestro; escalofriante; aciago; horripilante; grumoso; ominoso; espeluznante; de mal agüero)
angstaanjagend; beangstigend; eng-
angstaanjagend bijvoeglijk naamwoord
-
beangstigend bijvoeglijk naamwoord
-
eng bijvoeglijk naamwoord
-
-
lúgubre (macabro)
macaber; luguber; spookachtig-
macaber bijvoeglijk naamwoord
-
luguber bijvoeglijk naamwoord
-
spookachtig bijvoeglijk naamwoord
-
-
lúgubre (espantoso; siniestro; sospechoso; aterrador; sombrío; torvo; horripilante; escalofriante; desabrido; estremecedor; espeluznante; lóbrego; desapacible; grumoso)
-
lúgubre (oscuro; sombrío; sospechoso; siniestro; malicioso)
-
lúgubre (escalofriante; espeluznante; horripilante)
huiveringwekkend; ijzingwekkend; ijselijk-
huiveringwekkend bijvoeglijk naamwoord
-
ijzingwekkend bijvoeglijk naamwoord
-
ijselijk bijvoeglijk naamwoord
-
-
lúgubre (repulsivo; repugnante; horroroso; horrible; antipático; asqueroso; repelente; horripilante; horriblemente; horrendo)
weerzinwekkend; afstotend voor zintuigen; lelijk; afschuwelijk-
weerzinwekkend bijvoeglijk naamwoord
-
afstotend voor zintuigen bijvoeglijk naamwoord
-
lelijk bijvoeglijk naamwoord
-
afschuwelijk bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor lúgubre:
Verwante woorden van "lúgubre":
Synoniemen voor "lúgubre":
Wiktionary: lúgubre
lúgubre
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• lúgubre | → stuurs | ↔ dour — expressing gloom or melancholy |
• lúgubre | → akelig; naar; onaangenaam; verdrietelijk; vervelend | ↔ désagréable — Qui déplaire, de quelque manière que ce être. |
• lúgubre | → mistroostig; naargeestig; somber; triestig; balorig; kregel; slechtgehumeurd; kregelig; gemelijk; akelig; naar; onaangenaam; verdrietelijk; vervelend; bars; honds; nors; nurks; onaardig; onvriendelijk; stuurs; zuur; saai | ↔ maussade — D’humeur chagrin ; sombre ; ombrageux ; morose ; renfrogné. |