Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. juntos:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor juntos:
    • gezamelijk, met elkaar


Spaans

Uitgebreide vertaling voor juntos (Spaans) in het Nederlands

juntos:

juntos bijvoeglijk naamwoord

  1. juntos (conjuntamente; conjunto; en conjunto; unidos)
    gezamenlijk; samen; tezamen; met z'n beiden
  2. juntos
    samen
  3. juntos (unidos; reunidos)
    samen; tezamen; bijeen; bij elkaar
  4. juntos (conjuntamente)
    gezamenlijk; tezamen; gemeenschappelijk; met zijn allen
  5. juntos (ensamblado)
    ineen
  6. juntos (unos encima de otros; unidos)
    opeen

Vertaal Matrix voor juntos:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gemeenschappelijk conjuntamente; juntos comunal; común; municipal
gezamenlijk conjuntamente; conjunto; en conjunto; juntos; unidos
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bijeen juntos; reunidos; unidos
ineen ensamblado; juntos
opeen juntos; unidos; unos encima de otros
samen conjuntamente; conjunto; en conjunto; juntos; reunidos; unidos
tezamen conjuntamente; conjunto; en conjunto; juntos; reunidos; unidos
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bij elkaar juntos; reunidos; unidos
met z'n beiden conjuntamente; conjunto; en conjunto; juntos; unidos
met zijn allen conjuntamente; juntos

Wiktionary: juntos

juntos
adverb
  1. met iemand

Verwante vertalingen van juntos