Irritable in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

irritable:
- prikkelbaar; kregel; humeurig; gevoelig; lichtgeraakt; aangebrand; korzelig; kattig; pinnig; bits; spinnig
Wiktionary:
- irritable → nors, knorrig, prikkelbaar, kwaad

Spaans

Uitgebreide vertaling voor irritable (Spaans) in het Nederlands

irritable (irascible; enojado; susceptible)
prikkelbaar; kregel
- prikkelbaar bijvoeglijk naamwoord
- kregel bijvoeglijk naamwoord
irritable (susceptible)
humeurig; gevoelig; lichtgeraakt; aangebrand; korzelig
- humeurig bijvoeglijk naamwoord
- gevoelig bijvoeglijk naamwoord
- lichtgeraakt bijvoeglijk naamwoord
- aangebrand bijvoeglijk naamwoord
- korzelig bijvoeglijk naamwoord
irritable (brusco; avaro; falso; agresivo; desabrido; avispado; cáustico)
kattig; pinnig; bits; spinnig
- kattig bijvoeglijk naamwoord
- pinnig bijvoeglijk naamwoord
- bits bijvoeglijk naamwoord
- spinnig bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aangebrand	irritable; susceptible	enfadado; enojado; irritado; picado; quemado
bits	agresivo; avaro; avispado; brusco; cáustico; desabrido; falso; irritable	brusco; con brusquedad; de forma arisca; seco; áspero
gevoelig	irritable; susceptible	conmovido; emocionado; emocional; lleno de sentimiento; picajoso; propenso; quisquilloso; sensible; sensiblero; sentido; sentimental; susceptible
humeurig	irritable; susceptible	de humor variable; desabrido; en tono de mal humor; gruñón; hosco; imprevisible; incalculable; inconstante; inestable; irritado; lastimoso; malhumorado
kattig	agresivo; avaro; avispado; brusco; cáustico; desabrido; falso; irritable	brusco; con brusquedad; de forma arisca; seco; áspero
korzelig	irritable; susceptible	agrio; brusco; chabacano; desabrido; despegado; enfurruñado; espetando; gruñón; hosco; irascible; malhumorado; rebarbativo; ronco; rudo
kregel	enojado; irascible; irritable; susceptible
lichtgeraakt	irritable; susceptible
pinnig	agresivo; avaro; avispado; brusco; cáustico; desabrido; falso; irritable	acre; agresivo; brusco; con brusquedad; de forma arisca; mordaz; seco; áspero
prikkelbaar	enojado; irascible; irritable; susceptible	enfadado; enojado; irritado; picado; quemado
spinnig	agresivo; avaro; avispado; brusco; cáustico; desabrido; falso; irritable	brusco; con brusquedad; de forma arisca; seco; áspero

atrabiliario; colérico; irascible; iracundo; excitable; malhumorado; impresionable
bejín; enojadizo; gimoteador; llorón
bilioso; mordaz; verdoso; ictérico; amarillento; amarillo; ambarino; pajizo; pálido; azafranado; rubio; dorado
enfadadizo

Cross Translation:

From	To	Via
• irritable	→ nors	↔ crusty — grumpy, short-tempered
• irritable	→ knorrig; prikkelbaar; kwaad	↔ grouchy — irritable; easily upset; angry; tending to complain

Computer vertaling door derden:

Remove Ads