Spaans
Uitgebreide vertaling voor irregular (Spaans) in het Nederlands
irregular:
-
irregular (desordenado; sin orden; caótico; descuidado; desarreglado; en desorden)
ongeregeld; slordig; rommelig; onordelijk; wanordelijk; ordeloos-
ongeregeld bijvoeglijk naamwoord
-
slordig bijvoeglijk naamwoord
-
rommelig bijvoeglijk naamwoord
-
onordelijk bijvoeglijk naamwoord
-
wanordelijk bijvoeglijk naamwoord
-
ordeloos bijvoeglijk naamwoord
-
-
irregular (con bultos; desigual; rugoso)
-
irregular (con bultos; desigual; abultado; rugoso)
-
irregular (desproporcionado; desigual; desmesurado; desmedido; no igual; fuera de proporción)
onevenredig; niet naar verhouding-
onevenredig bijvoeglijk naamwoord
-
niet naar verhouding bijvoeglijk naamwoord
-
-
irregular (sin orden; desordenado)
ongeregeld-
ongeregeld bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor irregular:
Synoniemen voor "irregular":
Wiktionary: irregular
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• irregular | → onregelmatig | ↔ erratic — unsteady, random; prone to unexpected changes; not consistent |
• irregular | → onregelmatig | ↔ irregular — nonstandard |