Spaans

Uitgebreide vertaling voor invariable (Spaans) in het Nederlands

invariable:

invariable bijvoeglijk naamwoord

  1. invariable (conciso; desinteresado; imparcial; )
    onverschillig; indifferent; laconiek; lauw; ongeïnteresseerd; ongevoelig
  2. invariable (constante)
    onveranderlijk; bestendig

Vertaal Matrix voor invariable:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bestendig constante; invariable constantemente; estar a la altura de; inmune a; poder con; resistente; ser resistente a; tener fuerzas para
indifferent conciso; constante; desinteresado; imparcial; imparcialmente; inmutable; invariable
laconiek conciso; constante; desinteresado; imparcial; imparcialmente; inmutable; invariable
lauw conciso; constante; desinteresado; imparcial; imparcialmente; inmutable; invariable
ongevoelig conciso; constante; desinteresado; imparcial; imparcialmente; inmutable; invariable cruel; despiadado; duro; impasible; inconmovible; indiferente; insensible; severo; sin corazón
ongeïnteresseerd conciso; constante; desinteresado; imparcial; imparcialmente; inmutable; invariable con indiferencia; desinteresado
onveranderlijk constante; invariable
onverschillig conciso; constante; desinteresado; imparcial; imparcialmente; inmutable; invariable con indiferencia; desinteresado; despreocupado; sin preocupaciones

Verwante woorden van "invariable":

  • invariables

Synoniemen voor "invariable":