Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. intersticio:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor intersticio (Spaans) in het Nederlands

intersticio:

intersticio [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el intersticio (costura; junta; ranura; juntura; soldadura)
    de voeg; de naad
    • voeg [de ~] zelfstandig naamwoord
    • naad [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. el intersticio (resquicio; grieta)
    het kiertje
    • kiertje [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. el intersticio (rendija; barranco; quebrada; )
    de bergkloof; de kloof; bergspleet; rotskloof

Vertaal Matrix voor intersticio:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bergkloof alejamiento; barranco; canal; distancia; garganta; hendidura; intersticio; precipicio; quebrada; ranura; rendija; resquicio; surco; zanja
bergspleet alejamiento; barranco; canal; distancia; garganta; hendidura; intersticio; precipicio; quebrada; ranura; rendija; resquicio; surco; zanja
kiertje grieta; intersticio; resquicio
kloof alejamiento; barranco; canal; distancia; garganta; hendidura; intersticio; precipicio; quebrada; ranura; rendija; resquicio; surco; zanja abertura; abismo; barranco; entalladura; escopladura; espacio; espacio intermedio; fisura; grieta; hendidura; intervalo; muesca; precipicio; quebrada
naad costura; intersticio; junta; juntura; ranura; soldadura
rotskloof alejamiento; barranco; canal; distancia; garganta; hendidura; intersticio; precipicio; quebrada; ranura; rendija; resquicio; surco; zanja
voeg costura; intersticio; junta; juntura; ranura; soldadura

Verwante woorden van "intersticio":

  • intersticios

Wiktionary: intersticio


Cross Translation:
FromToVia
intersticio tussenruimte; opening interstice — small opening or space