Intentar in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Remove Ads

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

intentar:
- proberen; trachten; pogen; betrachten; voorhebben; van plan zijn; uitproberen; beproeven; streven; ijveren
Wiktionary:
- intentar → aanpassen, pogen, proberen
- intentar → proberen, pogen, van plan zijn, willen, trachten, uitproberen, beproeven, passen, aanpassen, toetsen

Spaans

Uitgebreide vertaling voor intentar (Spaans) in het Nederlands

intentar:

intentar werkwoord

intentar (tratar)
proberen; trachten; pogen
- proberen werkwoord (probeer, probeert, probeerde, probeerden, geprobeerd)
- trachten werkwoord (tracht, trachtte, trachtten, getracht)
- pogen werkwoord (poog, poogt, poogde, poogden, gepoogd)
intentar (tratar)
proberen; betrachten
- proberen werkwoord (probeer, probeert, probeerde, probeerden, geprobeerd)
- betrachten werkwoord (betracht, betrachtte, betrachtten, betracht)
intentar (tener la intención)
voorhebben; van plan zijn
- voorhebben werkwoord (heb voor, hebt voor, had voor, hadden voor, voorgehad)
- van plan zijn werkwoord (ben van plan, bent van plan, was van plan, waren van plan, van plan geweest)
intentar (testar; poner a prueba; tentar; solicitar; examinar; rogar; someter a prueba)
proberen; uitproberen; beproeven
- proberen werkwoord (probeer, probeert, probeerde, probeerden, geprobeerd)
- uitproberen werkwoord (probeer uit, probeert uit, probeerde uit, probeerden uit, uitgeprobeerd)
- beproeven werkwoord (beproef, beproeft, beproefde, beproefden, beproefd)
intentar (tratar de conseguir; aspirar a; ambicionar; aspirar; empeñarse; afanarse; empeñarse en; esforzarse por)
streven; ijveren
- streven werkwoord (streef, streeft, streefte, streeften, gestreefd)
- ijveren werkwoord (ijver, ijvert, ijverde, ijverden, geijverd)

Conjugations for intentar:

presente

intento
intentas
intenta
intentamos
intentáis
intentan

imperfecto

intentaba
intentabas
intentaba
intentábamos
intentabais
intentaban

indefinido

intenté
intentaste
intentó
intentamos
intentasteis
intentaron

fut. de ind.

intentaré
intentarás
intentará
intentaremos
intentaréis
intentarán

condic.

intentaría
intentarías
intentaría
intentaríamos
intentaríais
intentarían

pres. de subj.

que intente
que intentes
que intente
que intentemos
que intentéis
que intenten

imp. de subj.

que intentara
que intentaras
que intentara
que intentáramos
que intentarais
que intentaran

miscelánea

¡intenta!
¡intentad!
¡no intentes!
¡no intentéis!
intentado
intentando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor intentar:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
pogen		ambicionar; apuntar a; aspirar a; dar forraje; empeñarse en; pretender
proberen		tratar
streven		ambicionar; apuesta; apuntar a; aspiraciones; aspirar a; dar forraje; empeñarse en; fin; gol; intencion; meta; objetivo; pretender
trachten		ambicionar; apuntar a; aspirar a; dar forraje; empeñarse en; pretender; tratar
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beproeven	examinar; intentar; poner a prueba; rogar; solicitar; someter a prueba; tentar; testar	aquilatar; buscar; catar; comprobar; controlar; corregir; ensayar; examinar; inspeccionar; mirar; pasar revista a; probar; repasar; someter a prueba; verificar
betrachten	intentar; tratar
ijveren	afanarse; ambicionar; aspirar; aspirar a; empeñarse; empeñarse en; esforzarse por; intentar; tratar de conseguir
pogen	intentar; tratar
proberen	examinar; intentar; poner a prueba; rogar; solicitar; someter a prueba; tentar; testar; tratar	probar; probarse; probarse una prenda de vestir
streven	afanarse; ambicionar; aspirar; aspirar a; empeñarse; empeñarse en; esforzarse por; intentar; tratar de conseguir	afanarse por; aspirar a; empeñarse en; esforzarse por
trachten	intentar; tratar
uitproberen	examinar; intentar; poner a prueba; rogar; solicitar; someter a prueba; tentar; testar	probar; testar
van plan zijn	intentar; tener la intención	concebir un plan; idear un plan
voorhebben	intentar; tener la intención

Synoniemen voor "intentar":

experimentar; probar; examinar; comprobar; constatar; ensayar; estudiar; observar; tantear; verificar; cotejar; advertir; confirmar; confrontar

Wiktionary: intentar

intentar

verb

aantrekken om te passen
- aanpassen → probar; ensayar; intentar
iets met succes trachten te volbrengen, waarvan men niet weet of het gaat lukken
- pogen → tratar; ensayar; intentar; probar
iets met succes trachten te beëindigen waarvan men niet weet of het gaat lukken
- proberen → probar; tratar; intentar

Cross Translation:

From	To	Via
• intentar	→ proberen; pogen	↔ attempt — to try
• intentar	→ van plan zijn; willen	↔ mean — to intend; plan on doing
• intentar	→ proberen; trachten; pogen	↔ try — to attempt
• intentar	→ proberen; uitproberen	↔ try — to make an experiment
• intentar	→ beproeven; passen; aanpassen; proberen; toetsen; uitproberen	↔ essayer — Traductions à trier suivant le sens

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van intentar

intentar encontrar