Intensidad in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Remove Ads

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

intensidad:
- gedrevenheid; felheid; intensiteit; hevigheid; kracht; heftigheid; nijverheid; ijverigheid; werklust; werkzaamheid; ijver; vlijt; noestigheid; naarstigheid; vlijtigheid
Wiktionary:
- intensidad → intensiteit

Spaans

Uitgebreide vertaling voor intensidad (Spaans) in het Nederlands

intensidad:

intensidad [la ~] zelfstandig naamwoord

la intensidad (ímpetu)
de gedrevenheid; de felheid
- gedrevenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- felheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la intensidad (vehemencia; fuego; fuerza; violencia; brío; fervor; aspereza; profundidad; ardor; acritud; arrebato; ímpetu; impetuosidad; brusquedad; causticidad)
de intensiteit; de hevigheid; de kracht; de heftigheid; de felheid
- intensiteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- hevigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- kracht [de ~] zelfstandig naamwoord
- heftigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- felheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la intensidad (afanoso; asiduidad; obra; actividad; ardor; entusiasmo; ímpetu)
de nijverheid; ijverigheid; de werklust; de werkzaamheid; de ijver; de vlijt; noestigheid; naarstigheid; vlijtigheid
- nijverheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- ijverigheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- werklust [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- werkzaamheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- ijver [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- vlijt [de ~] zelfstandig naamwoord
- noestigheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- naarstigheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- vlijtigheid [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor intensidad:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
felheid	acritud; ardor; arrebato; aspereza; brusquedad; brío; causticidad; fervor; fuego; fuerza; impetuosidad; intensidad; profundidad; vehemencia; violencia; ímpetu	dinamismo; energía; fortaleza; vitalidad
gedrevenheid	intensidad; ímpetu	apasionamiento; entusiasmo; fervor
heftigheid	acritud; ardor; arrebato; aspereza; brusquedad; brío; causticidad; fervor; fuego; fuerza; impetuosidad; intensidad; profundidad; vehemencia; violencia; ímpetu	impetuosidad; rabia; vehemencia
hevigheid	acritud; ardor; arrebato; aspereza; brusquedad; brío; causticidad; fervor; fuego; fuerza; impetuosidad; intensidad; profundidad; vehemencia; violencia; ímpetu
ijver	actividad; afanoso; ardor; asiduidad; entusiasmo; intensidad; obra; ímpetu	dedicación; devoción
ijverigheid	actividad; afanoso; ardor; asiduidad; entusiasmo; intensidad; obra; ímpetu
intensiteit	acritud; ardor; arrebato; aspereza; brusquedad; brío; causticidad; fervor; fuego; fuerza; impetuosidad; intensidad; profundidad; vehemencia; violencia; ímpetu	saturación
kracht	acritud; ardor; arrebato; aspereza; brusquedad; brío; causticidad; fervor; fuego; fuerza; impetuosidad; intensidad; profundidad; vehemencia; violencia; ímpetu	alma; animosidad; ardor; autoridad; capacidad; capacidad laboral; dinamismo; dominio; empuje; energía; entusiasmo; espíritu; fervor; fortaleza; fuerza; ganas de trabajar; interés; poder; potencia; potencial; potestad; vigencia; vigor; vitalidad
naarstigheid	actividad; afanoso; ardor; asiduidad; entusiasmo; intensidad; obra; ímpetu
nijverheid	actividad; afanoso; ardor; asiduidad; entusiasmo; intensidad; obra; ímpetu
noestigheid	actividad; afanoso; ardor; asiduidad; entusiasmo; intensidad; obra; ímpetu
vlijt	actividad; afanoso; ardor; asiduidad; entusiasmo; intensidad; obra; ímpetu
vlijtigheid	actividad; afanoso; ardor; asiduidad; entusiasmo; intensidad; obra; ímpetu
werklust	actividad; afanoso; ardor; asiduidad; entusiasmo; intensidad; obra; ímpetu	alma; animosidad; ardor; capacidad laboral; empuje; energía; entusiasmo; espíritu; fervor; fuerza; ganas de trabajar; interés
werkzaamheid	actividad; afanoso; ardor; asiduidad; entusiasmo; intensidad; obra; ímpetu	actividad; afán de trabajar; capacidad de trabajo; capacidad laboral; cargo; empleo; funcionalidad; obra; productividad; trabajo
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kracht		potencia