Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
-
inteligencia:
- verstand; denkvermogen; geest; vernuft; hersens; brein; geestvermogen; intellect; rede; verstandelijk vermogen; intelligentie; bewustzijn; inzicht; schranderheid; pienterheid; slimheid; krantenkop; kop; karakter; aard; geaardheid; inborst; bij de pinken zijn; uitgeslapenheid; goochemheid; gevatheid; bijdehandheid; adremheid; snedigheid
-
Wiktionary:
- inteligencia → bevattingsvermogen, capaciteit, intelligentie
- inteligencia → intelligentie, intelligentsia, snuggerheid, geheime afspraak, bevattingsvermogen, knapheid
Spaans
Uitgebreide vertaling voor inteligencia (Spaans) in het Nederlands
inteligencia:
-
la inteligencia (facultad de pensar; entendimiento; mente; don; razón; genio; genialidad; talento)
-
la inteligencia (facultad mental; juicio; capacidad intelectual; intelecto; facultad de pensar)
-
la inteligencia (discernimiento; perspicacia; listeza; agudeza; entendimiento; noción; sagacidad; genio; ingenio; inventiva)
-
la inteligencia (razón; cabeza; entendimiento; noción; esclarecimiento; comprensión; cabecera; perspicacia; opinión; encabezamiento)
-
la inteligencia (astucia; listeza; idea; agudeza; penetración; perspicacia; intelecto)
-
la inteligencia (capítulo; rúbrica; título; cerebro; encabezamiento; títulos)
-
la inteligencia (naturaleza; carácter; conocimiento; propensión)
-
la inteligencia (agudeza; astucia; perspicacia; sagacidad; listeza)
-
la inteligencia (agudeza; astucia; listeza)
-
la inteligencia (agudeza; habilidad; astucia; perspicacia; sagacidad; vivacidad; listeza)
Vertaal Matrix voor inteligencia:
Synoniemen voor "inteligencia":
Wiktionary: inteligencia
inteligencia
Cross Translation:
noun
-
de mogelijkheden om iets te begrijpen
-
bekwaamheid
-
een eigenschap van de werking van de hersenen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• inteligencia | → intelligentie | ↔ intelligence — capacity of mind |
• inteligencia | → intelligentsia | ↔ intelligentsia — Intellectual élite |
• inteligencia | → intelligentie | ↔ Intelligenz — nur Singular: eine besondere geistige Fähigkeit; Klugheit |
• inteligencia | → intelligentie; snuggerheid; geheime afspraak; bevattingsvermogen; knapheid | ↔ intelligence — faculté de comprendre, de ne pas se méprendre sur le sens des mots, la nature des choses et la signification des faits. |
Computer vertaling door derden: