Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. inmunidad:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor inmunidad (Spaans) in het Nederlands

inmunidad:

inmunidad [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la inmunidad (invulnerabilidad; incapacidad)
    de onschendbaarheid; de onkwetsbaarheid; de immuniteit
  2. la inmunidad
    de immuniteit; onvatbaarheid; onvatbaarheid voor ziekte
  3. la inmunidad (inmunización)
    immunisatie; immuunmaking

Vertaal Matrix voor inmunidad:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
immunisatie inmunidad; inmunización
immuniteit incapacidad; inmunidad; invulnerabilidad
immuunmaking inmunidad; inmunización
onkwetsbaarheid incapacidad; inmunidad; invulnerabilidad
onschendbaarheid incapacidad; inmunidad; invulnerabilidad
onvatbaarheid inmunidad
onvatbaarheid voor ziekte inmunidad

Wiktionary: inmunidad

inmunidad
noun
  1. onvatbaarheid voor een ziekte

Cross Translation:
FromToVia
inmunidad immuniteit immunity — the quality of being resistant to infection