Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. infatigable:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor infatigable (Spaans) in het Nederlands

infatigable:

infatigable bijvoeglijk naamwoord

  1. infatigable (diligente; incansable)
    onvermoeibaar; bedreven; noest
  2. infatigable (continuo; constante; constantemente; continuamente; incansable)
    onvermoeibaar
  3. infatigable (incansable; continuo; constante; constantemente; continuamente)
    onvermoeid
  4. infatigable (perseverante; continuo; incansable)
    onverdroten

Vertaal Matrix voor infatigable:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedreven diligente; incansable; infatigable apto; capaz; certero; competente; diestro; ducho; entrenado; experimentado; experto; habilidoso; hábil; listo; mañoso; perito; sabiondo; talentoso; versado
noest diligente; incansable; infatigable trabajador
onverdroten continuo; incansable; infatigable; perseverante
onvermoeibaar constante; constantemente; continuamente; continuo; diligente; incansable; infatigable
onvermoeid constante; constantemente; continuamente; continuo; incansable; infatigable

Verwante woorden van "infatigable":

  • infatigables

Wiktionary: infatigable


Cross Translation:
FromToVia
infatigable onvermoeibaar; onvermoeid indefatigable — extremely persistent and untiring