Overzicht


Spaans

Uitgebreide vertaling voor impracticable (Spaans) in het Nederlands

impracticable:

impracticable bijvoeglijk naamwoord

  1. impracticable (imposible; irrealizable)
    onbegonnen; onuitvoerbaar; onpraktisch
  2. impracticable
    onbespeelbaar
  3. impracticable (imposible; ridículo; absurdo; )
    ondoenlijk; onrealiseerbaar; onuitvoerbaar; onhaalbaar

Vertaal Matrix voor impracticable:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onbegonnen imposible; impracticable; irrealizable
onbespeelbaar impracticable
ondoenlijk absurdo; imposible; impracticable; inalcanzable; irreal; irrealizable; no viable; ridículo
onhaalbaar absurdo; imposible; impracticable; inalcanzable; irreal; irrealizable; no viable; ridículo
onpraktisch imposible; impracticable; irrealizable
onuitvoerbaar absurdo; imposible; impracticable; inalcanzable; irreal; irrealizable; no viable; ridículo
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onrealiseerbaar absurdo; imposible; impracticable; inalcanzable; irreal; irrealizable; no viable; ridículo

Verwante woorden van "impracticable":

  • impracticables

Synoniemen voor "impracticable":