Impetuosidad in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

impetuosidad:
- driftigheid; heftigheid; intensiteit; hevigheid; kracht; felheid; turbulentie; onstuimigheid; woeligheid

Spaans

Uitgebreide vertaling voor impetuosidad (Spaans) in het Nederlands

la impetuosidad (rabia; vehemencia)
de driftigheid; de heftigheid
- driftigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- heftigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la impetuosidad (vehemencia; fuego; fuerza; violencia; brío; fervor; intensidad; aspereza; profundidad; ardor; acritud; arrebato; ímpetu; brusquedad; causticidad)
de intensiteit; de hevigheid; de kracht; de heftigheid; de felheid
- intensiteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- hevigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- kracht [de ~] zelfstandig naamwoord
- heftigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- felheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la impetuosidad
de turbulentie; de onstuimigheid; de woeligheid
- turbulentie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- onstuimigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- woeligheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
driftigheid	impetuosidad; rabia; vehemencia
felheid	acritud; ardor; arrebato; aspereza; brusquedad; brío; causticidad; fervor; fuego; fuerza; impetuosidad; intensidad; profundidad; vehemencia; violencia; ímpetu	dinamismo; energía; fortaleza; intensidad; vitalidad; ímpetu
heftigheid	acritud; ardor; arrebato; aspereza; brusquedad; brío; causticidad; fervor; fuego; fuerza; impetuosidad; intensidad; profundidad; rabia; vehemencia; violencia; ímpetu
hevigheid	acritud; ardor; arrebato; aspereza; brusquedad; brío; causticidad; fervor; fuego; fuerza; impetuosidad; intensidad; profundidad; vehemencia; violencia; ímpetu
intensiteit	acritud; ardor; arrebato; aspereza; brusquedad; brío; causticidad; fervor; fuego; fuerza; impetuosidad; intensidad; profundidad; vehemencia; violencia; ímpetu	saturación
kracht	acritud; ardor; arrebato; aspereza; brusquedad; brío; causticidad; fervor; fuego; fuerza; impetuosidad; intensidad; profundidad; vehemencia; violencia; ímpetu	alma; animosidad; ardor; autoridad; capacidad; capacidad laboral; dinamismo; dominio; empuje; energía; entusiasmo; espíritu; fervor; fortaleza; fuerza; ganas de trabajar; interés; poder; potencia; potencial; potestad; vigencia; vigor; vitalidad
onstuimigheid	impetuosidad
turbulentie	impetuosidad	agitación; barrena; remolino; turbulencia
woeligheid	impetuosidad
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kracht		potencia