Spaans

Uitgebreide vertaling voor hurtqr (Spaans) in het Nederlands

hurtqr:

hurtqr werkwoord

  1. hurtqr (robar; coger)
    stelen; pikken; verdonkeremanen; ontnemen; toeëigenen; snaaien; gappen; kapen; inpikken; roven; ontfutselen; jatten; ontvreemden; wegpikken; wegnemen; plunderen; wegkapen; benemen; achteroverdrukken; afnemen; vervreemden; verduisteren; verdonkeren; wegpakken; leegstelen
    • stelen werkwoord (steel, steelt, stal, stalen, gestolen)
    • pikken werkwoord (pik, pikt, pikte, pikten, gepikt)
    • verdonkeremanen werkwoord (verdonkeremaan, verdonkeremaant, verdonkeremaande, verdonkeremaanden, verdonkeremaand)
    • ontnemen werkwoord (ontneem, ontneemt, ontnam, ontnomen, ontnomen)
    • toeëigenen werkwoord (eigen toe, eigent toe, eigende toe, eigenden toe, toegeeigend)
    • snaaien werkwoord (snaai, snaait, snaaide, snaaiden, gesnaaid)
    • gappen werkwoord (gap, gapt, gapte, gapten, gegapt)
    • kapen werkwoord (kaap, kaapt, kaapte, kaapten, gekaapt)
    • inpikken werkwoord (pik in, pikt in, pikte in, pikten in, ingepikt)
    • roven werkwoord (roof, rooft, roofde, roofden, geroofd)
    • ontfutselen werkwoord (ontfutsel, ontfutselt, ontfutselde, ontfutselden, ontfutseld)
    • jatten werkwoord (jat, jatte, jatten, gejat)
    • ontvreemden werkwoord (ontvreemd, ontvreemdt, ontvreemdde, ontvreemdden, ontvreemd)
    • wegpikken werkwoord (pik weg, pikt weg, pikte weg, pikten weg, weggepikt)
    • wegnemen werkwoord (neem weg, neemt weg, nam weg, namen weg, weggenomen)
    • plunderen werkwoord (plunder, plundert, plunderde, plunderden, geplunderd)
    • wegkapen werkwoord (kaap weg, kaapt weg, kaapte weg, kaapten weg, weggekaapt)
    • benemen werkwoord (beneem, beneemt, benam, benamen, benomen)
    • achteroverdrukken werkwoord (druk achterover, drukt achterover, drukte achterover, drukten achterover, achterovergedrukt)
    • afnemen werkwoord (neem af, neemt af, nam af, namen af, afgenomen)
    • vervreemden werkwoord (vervreemd, vervreemdt, vervreemdde, vervreemdden, vervreemd)
    • verduisteren werkwoord (verduister, verduistert, verduisterde, verduisterden, verduisterd)
    • verdonkeren werkwoord (verdonker, verdonkert, verdonkerde, verdonkerden, verdonkerd)
    • wegpakken werkwoord (pak weg, pakt weg, pakte weg, pakten weg, weggepakt)
    • leegstelen werkwoord (steel leeg, steelt leeg, stal leeg, stalen leeg, leeggestolen)

Vertaal Matrix voor hurtqr:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afnemen debilitarse; desempolvar; disminuir; limpiar; limpiar el polvo; quitar el polvo
inpikken birlar; mangar
ontnemen privar de; quitar
roven costras
stelen cajas; enganche; lanzas de tiro; robar; vara
verduisteren malversación
wegnemen amputar; extirpar; quitar
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achteroverdrukken coger; hurtqr; robar arrebatar; birlar; defraudar; desfalcar; disentir; disimular; divergir; escapar; evitar; guardarse de; huntar; hurtar; llevarse con el pico; mangar; mangar a; robar
afnemen coger; hurtqr; robar abreviar; ahorrar; alejarse; aminorar; atenuar; bajar; decaer; decrecer; desaparecer; descender; desempolvar; despolvar; despolvorear; disminuir; distanciar; expulsar; extirpar; ir a buscar; llevarse; menguar; mermar; quitar; quitar el polvo de; rebajar; recoger; recortar; reducir; reducirse; regresar; remover; restringir; retirar; robar; separar; traer; vencer
benemen coger; hurtqr; robar
gappen coger; hurtqr; robar afanar; arrebatar; birlar; defraudar; desfalcar; disentir; disimular; divergir; escapar; evitar; guardarse de; huntar; hurtar; llevarse con el pico; mangar; mangar a; robar
inpikken coger; hurtqr; robar arrebatar; birlar; defraudar; desfalcar; disentir; disimular; divergir; escapar; evitar; guardarse de; huntar; hurtar; llevarse con el pico; mangar; mangar a; robar
jatten coger; hurtqr; robar arrebatar; birlar; defraudar; desfalcar; disentir; disimular; divergir; escapar; evitar; guardarse de; huntar; hurtar; llevarse con el pico; mangar; mangar a; robar
kapen coger; hurtqr; robar
leegstelen coger; hurtqr; robar desvalijar; saquear
ontfutselen coger; hurtqr; robar birlar; mangar; robar
ontnemen coger; hurtqr; robar llevar; llevarse; privar; privar de; quitar; remover; robar
ontvreemden coger; hurtqr; robar arrebatar; birlar; defraudar; desfalcar; disentir; disimular; divergir; escapar; evitar; guardarse de; huntar; hurtar; llevarse con el pico; mangar; mangar a; robar
pikken coger; hurtqr; robar arrebatar; birlar; defraudar; desfalcar; disentir; disimular; divergir; escapar; evitar; guardarse de; huntar; hurtar; llevarse con el pico; mangar; mangar a; robar
plunderen coger; hurtqr; robar desvalijar; pillar; quitar; robar; saquear; vaciar
roven coger; hurtqr; robar asaltar; desvalijar; pillar; privar; privar de; quitar; robar; saquear
snaaien coger; hurtqr; robar afanar; birlar; mangar
stelen coger; hurtqr; robar afanar; arrebatar; birlar; defraudar; desfalcar; disentir; disimular; divergir; escapar; evitar; guardarse de; huntar; hurtar; llevarse con el pico; mangar; mangar a; robar
toeëigenen coger; hurtqr; robar apoderarse; apropiarse; atraverse a
verdonkeremanen coger; hurtqr; robar arrebatar; birlar; defraudar; desfalcar; disentir; disimular; divergir; escapar; evitar; guardarse de; huntar; hurtar; llevarse con el pico; mangar; mangar a; robar
verdonkeren coger; hurtqr; robar oscurecer
verduisteren coger; hurtqr; robar defraudar; desfalcar; disentir; disimular; divergir; escapar; esconder; evitar; guardarse de; huntar; mangar; mangar a; ocultar; oscurecer; robar; velar
vervreemden coger; hurtqr; robar alejarse; arrebatar; birlar; defraudar; desfalcar; disentir; disimular; distanciar; divergir; escapar; evitar; expulsar; extirpar; guardarse de; huntar; hurtar; llevarse con el pico; mangar; mangar a; quitar; robar
wegkapen coger; hurtqr; robar arrebatar; birlar; defraudar; desfalcar; disentir; disimular; divergir; escapar; evitar; guardarse de; huntar; hurtar; llevarse con el pico; mangar; mangar a; robar
wegnemen coger; hurtqr; robar alejarse; distanciar; expulsar; extirpar; ir a buscar; quitar; recoger; retirar; separar; traer
wegpakken coger; hurtqr; robar
wegpikken coger; hurtqr; robar afanar; arrebatar; birlar; defraudar; desfalcar; disentir; disimular; divergir; escapar; evitar; guardarse de; huntar; hurtar; llevarse con el pico; mangar; mangar a; robar