Historia in het Nederlands vertaald uit het Spaans

la historia
de geschiedenis; de historie
- geschiedenis [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- historie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la historia
de geschiedenis
- geschiedenis [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la historia (relato; narración; cuento; crónica)
het verhaal; de geschiedenis; het verhaaltje; de vertelling; het relaas; het vertelsel; het verdichtsel
- verhaal [het ~] zelfstandig naamwoord
- geschiedenis [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- verhaaltje [het ~] zelfstandig naamwoord
- vertelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- relaas [het ~] zelfstandig naamwoord
- vertelsel [het ~] zelfstandig naamwoord
- verdichtsel [het ~] zelfstandig naamwoord
la historia (relación; reportaje; relato; crónica; comentario)
het verslag; het rapport; de reportage; de weergave; het verhaal
- verslag [het ~] zelfstandig naamwoord
- rapport [het ~] zelfstandig naamwoord
- reportage [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- weergave [de ~] zelfstandig naamwoord
- verhaal [het ~] zelfstandig naamwoord
la historia (ciencia histórica)
de geschiedkunde
- geschiedkunde [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
geschiedenis	crónica; cuento; historia; narración; relato	historial
geschiedkunde	ciencia histórica; historia
historie	historia
rapport	comentario; crónica; historia; relación; relato; reportaje	acta; atestado; informe
relaas	crónica; cuento; historia; narración; relato	aviso; comunicación; información; noticia; notificación; publicación
reportage	comentario; crónica; historia; relación; relato; reportaje
verdichtsel	crónica; cuento; historia; narración; relato	cuento; fábula; invención
verhaal	comentario; crónica; cuento; historia; narración; relación; relato; reportaje
verhaaltje	crónica; cuento; historia; narración; relato
verslag	comentario; crónica; historia; relación; relato; reportaje	informe; redacción; relación; versión
vertelling	crónica; cuento; historia; narración; relato
vertelsel	crónica; cuento; historia; narración; relato
weergave	comentario; crónica; historia; relación; relato; reportaje	devolución; máscara; restitución; vista
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
geschiedenis		historial

historia

noun

de gebeurtenissen van het verleden
- geschiedenis → historia
een verslag van een waargebeurde of verzonnen gebeurtenis
- verhaal → historia; narración; relato

Cross Translation:

From	To	Via
• historia	→ geschiedenis	↔ history — aggregate of past events
• historia	→ geschiedenis	↔ history — branch of knowledge that studies the past
• historia	→ verhaal	↔ story — account of events
• historia	→ vertelsel; verhaaltje	↔ tale — type of story
• historia	→ geschiedenis	↔ Geschichte — kein Plural: Vergangenheit der Gesellschaft als Entwicklung und Anpassung gesellschaftlich organisierter Lebewesen an ihre Umwelt
• historia	→ historie	↔ Geschichte — eine mündliche oder schriftliche Erzählung oder Überlieferung
• historia	→ geschiedenis	↔ Geschichte — kein Plural: die wissenschaftliche Lehre von der Vergangenheit und ihrer Auswirkungen auf die Gegenwart
• historia	→ geschiedenis; historie	↔ histoire — Connaissance scientifique du passé
• historia	→ verhaal	↔ histoire — Récit, aventure, conte

Vertaal historia van Spaans naar Nederlands