Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. hinchamiento:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor hinchamiento (Spaans) in het Nederlands

hinchamiento:

hinchamiento [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el hinchamiento (hinchazón)
    bolling; de steenpuist; de bobbel; de bult; opgezwollen plek; de dikte; de zwelling; de buil
    • bolling [znw.] zelfstandig naamwoord
    • steenpuist [de ~] zelfstandig naamwoord
    • bobbel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • bult [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • opgezwollen plek [znw.] zelfstandig naamwoord
    • dikte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • zwelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • buil [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hinchamiento:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bobbel hinchamiento; hinchazón bollo; bulto; desigualdad; desnivel; hinchazón; irregularidad; protuberancia; punto hinchado; roncha
bolling hinchamiento; hinchazón bollo; bulto; curva; hinchazón; punto hinchado
buil hinchamiento; hinchazón abultado; bollo; bulto; contusión; hinchazón; nivel; nobleza; pedazo; punto hinchado; roncha
bult hinchamiento; hinchazón abultado; bollo; bulto; cerro; chepa; cheposo; chichón; chipojo; colina; contusión; desigualdad; hinchazón; joroba; jorobado; nivel; nobleza; pedazo; punto hinchado; roncha
dikte hinchamiento; hinchazón corpulencia; obesidad
opgezwollen plek hinchamiento; hinchazón bollo; bulto; hinchazón; punto hinchado
steenpuist hinchamiento; hinchazón absceso; forúnculo; furúnculo; granito
zwelling hinchamiento; hinchazón bollo; bulto; hinchazón; punto hinchado

Verwante woorden van "hinchamiento":

  • hinchamientos