Spaans

Uitgebreide vertaling voor herida (Spaans) in het Nederlands

herida:

herida [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la herida (lesión; heridas; lesiones)
    de blessure; het letsel
    • blessure [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • letsel [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. la herida
    de verwonding; de wond; de kwetsuur
    • verwonding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • wond [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kwetsuur [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  3. la herida
    pijn doen; zeer doen
  4. la herida (lesión)
    de kwetsuur; het letsel
    • kwetsuur [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • letsel [het ~] zelfstandig naamwoord
  5. la herida (trauma; traumatismo; lesión)
    het trauma
    • trauma [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor herida:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blessure herida; heridas; lesiones; lesión
kwetsuur herida; lesión
letsel herida; heridas; lesiones; lesión abultado; bulto; contusión; hinchazón; nivel; nobleza; pedazo; roncha
pijn doen herida
trauma herida; lesión; trauma; traumatismo traumatismo
verwonding herida
wond herida
zeer doen herida
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pijn doen agraviar; causar perjuicio; dañar; doler; hacer daño; hacer daño a una persona; hacer dolor; hacer mal; herir; injuriar; lastimar; ofender; perjudicar
zeer doen agraviar; causar perjuicio; dañar; doler; hacer daño; hacer daño a una persona; hacer dolor; hacer mal; herir; injuriar; lastimar; ofender; perjudicar

Verwante woorden van "herida":


Synoniemen voor "herida":


Wiktionary: herida

herida
noun
  1. een beschadiging in of aan het lichaam

Cross Translation:
FromToVia
herida verwonding injury — damage or violation
herida wonde; verwonding; kwetsuur wound — injury
herida verwonding Verletzung — eine physische oder psychische Wunde
herida blessure; verwonding; kwetsuur; wond blessureplaie ou fracture produire par un coup ou un choc. — note On le dit plus communément des coups qui entament la chair.

herido:

herido bijvoeglijk naamwoord

  1. herido (lesionado)
    gewond; gekwetst
  2. herido (lesionado)
    getroffen; aangeschoten
  3. herido (hecho jirones; violado; dañado; estropeado)
    gewond; aangeslagen; gehavend
  4. herido (afectado; atónito; perplejo; )
    ontsteld; getroffen; perplex; onthutst; paf
  5. herido (ofendido; insultado)
    gekwetst; gegriefd
  6. herido
    pijnlijk getroffen

herido [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el herido (víctima)
    de gewonde
    • gewonde [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor herido:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gewonde herido; víctima
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aangeschoten herido; lesionado achispado; bebido; borracho; emborrachado
aangeslagen dañado; estropeado; hecho jirones; herido; violado deshecho; desstrozado
gegriefd herido; insultado; ofendido
gehavend dañado; estropeado; hecho jirones; herido; violado dañado; desfigurado; estropeado
gekwetst herido; insultado; lesionado; ofendido enfadado; ofendido
getroffen abrumado; afectado; alcanzado; anonadado; aturdido; atónito; confuso; conmovido; consternado; desconcertado; estupefacto; herido; impresionado; lesionado; pasmado; perplejo; siniestrado consternado; desconcertado; deshecho; desstrozado
gewond dañado; estropeado; hecho jirones; herido; lesionado; violado
onthutst abrumado; afectado; alcanzado; anonadado; aturdido; atónito; confuso; conmovido; consternado; desconcertado; estupefacto; herido; impresionado; pasmado; perplejo; siniestrado atónito; confundido; consternado; desconcertado; perplejo
ontsteld abrumado; afectado; alcanzado; anonadado; aturdido; atónito; confuso; conmovido; consternado; desconcertado; estupefacto; herido; impresionado; pasmado; perplejo; siniestrado atónito; confundido; consternado; desconcertado; perplejo
paf abrumado; afectado; alcanzado; anonadado; aturdido; atónito; confuso; conmovido; consternado; desconcertado; estupefacto; herido; impresionado; pasmado; perplejo; siniestrado boquiabierto; perplejo
perplex abrumado; afectado; alcanzado; anonadado; aturdido; atónito; confuso; conmovido; consternado; desconcertado; estupefacto; herido; impresionado; pasmado; perplejo; siniestrado atónito; boquiabierto; confundido; perplejo
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pijnlijk getroffen herido

Verwante woorden van "herido":


Synoniemen voor "herido":


Wiktionary: herido


Cross Translation:
FromToVia
herido gewond blessé — Blessé physiquement

Verwante vertalingen van herida