Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. granito:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor granito (Spaans) in het Nederlands

granito:

granito [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el granito (grano; coral; gránulo)
    de korrel; het grein; het korreltje
    • korrel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • grein [het ~] zelfstandig naamwoord
    • korreltje [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. el granito
    de steenpuist; het puistje; de pukkel; het bultje; het bobbeltje
    • steenpuist [de ~] zelfstandig naamwoord
    • puistje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • pukkel [de ~] zelfstandig naamwoord
    • bultje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • bobbeltje [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. el granito (piedra)
    het graniet; de hardsteen
    • graniet [het ~] zelfstandig naamwoord
    • hardsteen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor granito:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bobbeltje granito
bultje granito
graniet granito; piedra
grein coral; granito; grano; gránulo
hardsteen granito; piedra
korrel coral; granito; grano; gránulo
korreltje coral; granito; grano; gránulo
puistje granito
pukkel granito bollo; bulto; grano; hinchazón; punto hinchado; pústula
steenpuist granito absceso; forúnculo; furúnculo; hinchamiento; hinchazón

Verwante woorden van "granito":

  • granitos

Synoniemen voor "granito":


Wiktionary: granito

granito
noun
  1. een stollingsgesteente bestaande uit lichtgekleurde, met het blote oog onderscheidbare mineralen.

Cross Translation:
FromToVia
granito graniet Granit — Gestein aus Feldspat, Quarz und Glimmer, das besonders hart ist

Verwante vertalingen van granito