Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. granero:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor granero (Spaans) in het Nederlands

granero:

granero [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el granero (galpón; barraca; cobertizo; )
    de schuur
    • schuur [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. el granero (almacén de grano; silo para grano)
    de graansilo; graanpakhuis; de graanschuur; graanopslag; de korenschuur
  3. el granero
    de graanzolder

Vertaal Matrix voor granero:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
graanopslag almacén de grano; granero; silo para grano
graanpakhuis almacén de grano; granero; silo para grano
graanschuur almacén de grano; granero; silo para grano
graansilo almacén de grano; granero; silo para grano
graanzolder granero
korenschuur almacén de grano; granero; silo para grano
schuur barraca; cajón para la sal; caseta del perro; casucha; chabola; cobertizo; galpón; granero

Synoniemen voor "granero":


Wiktionary: granero


Cross Translation:
FromToVia
granero schuur Scheune — landwirtschaftliches Gebäude zum Aufbewahren von Gütern, insbesondere von Getreide