Grabación in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

grabación:
- opnemen; tapen; opname; registratie; inschrijving; bandopname; gravering; toelating

Spaans

Uitgebreide vertaling voor grabación (Spaans) in het Nederlands

la grabación (el acto de grabar en cinta)
opnemen; tapen; de opname
- opnemen [znw.] zelfstandig naamwoord
- tapen [znw.] zelfstandig naamwoord
- opname [de ~] zelfstandig naamwoord
la grabación (inscripción; registro; matriculación; licitación pública; oferta)
de registratie; de inschrijving
- registratie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- inschrijving [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la grabación
de bandopname
- bandopname [de ~] zelfstandig naamwoord
la grabación
de opname
- opname [de ~] zelfstandig naamwoord
la grabación (grabado)
de gravering
- gravering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la grabación (admisión; aprobación; hospitalización; paso; ingreso; entrada; acceso; recepción; inserción; grabaciones; precio de entrada)
de toelating
- toelating [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bandopname	grabación
gravering	grabación; grabado
inschrijving	grabación; inscripción; licitación pública; matriculación; oferta; registro	asiento; declaración; entrada; inscripciones; inscripción; inscripción de certificado; matriculación; matrícula; registro
opname	el acto de grabar en cinta; grabación	absorción; acogida; ingreso; recogida
opnemen	el acto de grabar en cinta; grabación	absorbencia; absorber; absorbimiento; absorción
registratie	grabación; inscripción; licitación pública; matriculación; oferta; registro	registro
tapen	el acto de grabar en cinta; grabación
toelating	acceso; admisión; aprobación; entrada; grabaciones; grabación; hospitalización; ingreso; inserción; paso; precio de entrada; recepción
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
opnemen		absorber; acoger; alzar; beberse; beberse haciendo ruido; capturar; ciudar de; coger; empaparse; grabar; grabar un texto en la cinta; incorporar; recordar; reservarse; retener; sorber; sorber haciendo ruido; sorber ruidosamente; tomarse con fruición