Spaans

Uitgebreide vertaling voor gobierno (Spaans) in het Nederlands

gobierno:

gobierno [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el gobierno (autoridad; gabinete; régimen; )
    de regering; het gouvernement; het gezag; het kabinet
    • regering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gouvernement [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gezag [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kabinet [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. el gobierno (administración; dirección; gerencia; mando)
    het bestuur; de leiding; de directie; het beheer
    • bestuur [het ~] zelfstandig naamwoord
    • leiding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • directie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • beheer [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. el gobierno (régimen político)
    het bewind; het regime; het regeringsstelsel; het staatsbestel
  4. el gobierno
    het staatsbestuur; het bewind

Vertaal Matrix voor gobierno:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beheer administración; dirección; gerencia; gobierno; mando administración; control; custodia; gerencia; gestión; supervisión; vigilancia
bestuur administración; dirección; gerencia; gobierno; mando dirección; estrategia; gestión política; política; táctica
bewind gobierno; régimen político
directie administración; dirección; gerencia; gobierno; mando dirección de empresa; gerencia; junta directiva; mandos
gezag administración; alacena; armario de gabinete; autoridad; consejo de ministros; cómoda; gabinete; galería de arte; gobierno; poder; régimen; sala de arte autoridad; dominio; gobernante; poder; potencia; potencial; señorío; soberano; supremacía
gouvernement administración; alacena; armario de gabinete; autoridad; consejo de ministros; cómoda; gabinete; galería de arte; gobierno; poder; régimen; sala de arte
kabinet administración; alacena; armario de gabinete; autoridad; consejo de ministros; cómoda; gabinete; galería de arte; gobierno; poder; régimen; sala de arte armario de gabinete; consejo de ministros; gabinete
leiding administración; dirección; gerencia; gobierno; mando cable; cambio de acciones; cotización; dirección; mando
regering administración; alacena; armario de gabinete; autoridad; consejo de ministros; cómoda; gabinete; galería de arte; gobierno; poder; régimen; sala de arte Gobierno
regeringsstelsel gobierno; régimen político
regime gobierno; régimen político dieta; régimen
staatsbestel gobierno; régimen político
staatsbestuur gobierno

Verwante woorden van "gobierno":

  • gobiernos

Synoniemen voor "gobierno":


Wiktionary: gobierno

gobierno
noun
  1. het besturen
  2. de leiding van een organisatie, de verzameling managers
  3. een groep personen die de macht uitoefent
  4. geheel der dingen waarover iemands macht zich uitstrekt, waarover hij heerst (bewind uitoefent) en het daarbij horende gezag geniet
  5. het geheel aan gezagvoerende lichamen
  6. een groep van personen die een land bestuurt, specifiek het staatshoofd en alle ministers

Cross Translation:
FromToVia
gobierno regering; overheid government — body with the power to make and/or enforce laws
gobierno regering Regierungkein Plural: das Regieren; Ausübung, Wahrnehmung staatlicher Macht nach Innen (gegenüber den Bürgern) und Außen (gegenüber anderen Staaten)
gobierno regering Regierung — leitendes Organ[7] eines Staates
gobierno bestuur; bewind; heerschappij; regering; bevel; commando commandement — À trier
gobierno regering; overheid; gouvernement; bestuur; bewind; heerschappij gouvernementaction, charge, ou manière de gouverner, de régir, d’administrer quelque chose, en particulier dans le domaine politique.
gobierno koningschap; rijk; staat; bestuur; bewind; heerschappij; regering règneexercice du pouvoir souverain dans un état monarchique.
gobierno gedrag; houding; manieren; bestuur; bewind; heerschappij; regering; verzorging; onderhoud; bestel; leiding; rondleiding; verpleging tenue — Traductions à trier suivant le sens.

gobernar:

gobernar werkwoord

  1. gobernar (mandar; dirigir; guiar; )
    leiden; besturen; aanvoeren; voorzitten; leiding geven; managen
    • leiden werkwoord (leid, leidt, leidde, leidden, geleid)
    • besturen werkwoord (bestuur, bestuurt, bestuurde, bestuurden, bestuurd)
    • aanvoeren werkwoord (voer aan, voert aan, voerde aan, voerden aan, aangevoerd)
    • voorzitten werkwoord (zit voor, zat voor, zaten voor, voorgezeten)
    • leiding geven werkwoord
    • managen werkwoord (manage, managed, managde, managden, gemanaged)
  2. gobernar (encabezar; guiar; llevar; )
    leiden; aanvoeren; commanderen; bevel voeren over; leidinggeven
    • leiden werkwoord (leid, leidt, leidde, leidden, geleid)
    • aanvoeren werkwoord (voer aan, voert aan, voerde aan, voerden aan, aangevoerd)
    • commanderen werkwoord (commandeer, commandeert, commandeerde, commandeerden, gecommandeerd)
    • bevel voeren over werkwoord
    • leidinggeven werkwoord (geef leiding, geeft leiding, gaf leiding, gaven leiding, leiding gegeven)

Conjugations for gobernar:

presente
  1. gobierno
  2. gobiernas
  3. gobierna
  4. gobernamos
  5. gobernáis
  6. gobiernan
imperfecto
  1. gobernaba
  2. gobernabas
  3. gobernaba
  4. gobernábamos
  5. gobernabais
  6. gobernaban
indefinido
  1. goberné
  2. gobernaste
  3. gobernó
  4. gobernamos
  5. gobernasteis
  6. gobernaron
fut. de ind.
  1. gobernaré
  2. gobernarás
  3. gobernará
  4. gobernaremos
  5. gobernaréis
  6. gobernarán
condic.
  1. gobernaría
  2. gobernarías
  3. gobernaría
  4. gobernaríamos
  5. gobernaríais
  6. gobernarían
pres. de subj.
  1. que gobierne
  2. que gobiernes
  3. que gobierne
  4. que gobernemos
  5. que gobernéis
  6. que gobiernen
imp. de subj.
  1. que gobernara
  2. que gobernaras
  3. que gobernara
  4. que gobernáramos
  5. que gobernarais
  6. que gobernaran
miscelánea
  1. ¡gobierna!
  2. ¡gobernad!
  3. ¡no gobiernes!
  4. ¡no gobernéis!
  5. gobernado
  6. gobernando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor gobernar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanvoeren dirección; mando
besturen dirigir; mando
leidinggeven dirigir
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanvoeren conducir; dar orden de; decretar; dirigir; encabezar; estar en cabeza; gobernar; guiar; ir a la cabeza; ir delante; liderar; llevar; mandar; ordenar; pilotar; preceder; presidir; ser primero abordar; plantear; proponer; sugerir
besturen dirigir; encabezar; estar en cabeza; gobernar; guiar; ir a la cabeza; ir delante; mandar administrar; gestionar
bevel voeren over conducir; dar orden de; decretar; dirigir; encabezar; estar en cabeza; gobernar; guiar; ir a la cabeza; ir delante; liderar; llevar; mandar; ordenar; pilotar; preceder; presidir; ser primero
commanderen conducir; dar orden de; decretar; dirigir; encabezar; estar en cabeza; gobernar; guiar; ir a la cabeza; ir delante; liderar; llevar; mandar; ordenar; pilotar; preceder; presidir; ser primero dar orden de; decretar; encargar; encomendar; mandar; obligar; ordenar
leiden conducir; dar orden de; decretar; dirigir; encabezar; estar en cabeza; gobernar; guiar; ir a la cabeza; ir delante; liderar; llevar; mandar; ordenar; pilotar; preceder; presidir; ser primero acompañar; arrojar; barrer; conducir; convoyar; echar; escoltar
leiding geven dirigir; encabezar; estar en cabeza; gobernar; guiar; ir a la cabeza; ir delante; mandar
leidinggeven conducir; dar orden de; decretar; dirigir; encabezar; estar en cabeza; gobernar; guiar; ir a la cabeza; ir delante; liderar; llevar; mandar; ordenar; pilotar; preceder; presidir; ser primero
managen dirigir; encabezar; estar en cabeza; gobernar; guiar; ir a la cabeza; ir delante; mandar enfocar y tratar; manejar; percibir y manejar; poder con; poder llevar; tener roce con; tener trato con
voorzitten dirigir; encabezar; estar en cabeza; gobernar; guiar; ir a la cabeza; ir delante; mandar

Synoniemen voor "gobernar":


Wiktionary: gobernar

gobernar
verb
  1. het uitoefenen van de politieke macht door het uitvaardigen van wetten en instellen van organisaties met een bepaalde opdracht
  2. de richting bepalen waarin een schip zich voortbeweegt.

Cross Translation:
FromToVia
gobernar regeren govern — to exercise sovereign authority in
gobernar regeren; leiden govern — (intr.) to exercise political authority
gobernar regeren rule — to regulate, be in charge of, make decisions for, reign over
gobernar regeeren regierenPolitik: die Herrschaft ausüben, die Macht haben
gobernar besturen; de scepter zwaaien; heersen; regeren gouvernerdiriger une embarcation à l’aide d’un gouvernail.
gobernar koning zijn; regeren; besturen; de scepter zwaaien; heersen régnerexercer le pouvoir souverain dans un état monarchique ; il se dit des princes souverains, même quand ils ne portent pas le titre de roi.

Verwante vertalingen van gobierno