Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. gentíos:
  2. gentío:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor gentíos (Spaans) in het Nederlands

gentíos:

gentíos [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el gentíos (pueblos; tribus)
    de volkeren
    • volkeren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  2. el gentíos (razas; pueblos)
    de stammen; de volksstammen

Vertaal Matrix voor gentíos:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stammen gentíos; pueblos; razas troncos
volkeren gentíos; pueblos; tribus
volksstammen gentíos; pueblos; razas
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stammen brotar; derivarse de; descender de; ser originario de

Verwante woorden van "gentíos":


gentíos vorm van gentío:

gentío [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el gentío (multitud)
    de drukte; veel mensen; grote menigte; de toeloop

Vertaal Matrix voor gentío:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
drukte gentío; multitud agilidad; agitación; aglomeración; ajetreo; alboroto; animación; apreturas; barullo; concurrencia; disputa; follón; fárrago; garabato; hormiguero; insignificancia; jaleo; lío; mucho ruido por tan poca cosa; mucho trabajo; pamplinas; riña; trajín; viveza
grote menigte gentío; multitud
toeloop gentío; multitud afluencia; agitación; aglomeración; agolpamiento; ajetreo; alboroto; animación; apreturas; ataque masivo; barullo; concurrencia; gran cantidad; gran demanda; hormiguero; jaleo; masa; montones; montón
veel mensen gentío; multitud

Verwante woorden van "gentío":


Synoniemen voor "gentío":


Wiktionary: gentío


Cross Translation:
FromToVia
gentío oploop Auflauf — spontane Ansammlung von Menschen
gentío massa; menigte; drukte throng — group of people