Spaans

Uitgebreide vertaling voor gastos (Spaans) in het Nederlands

gastos:

gastos [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el gastos
    de kosten; de uitgaven; de onkosten; de kost; de uitgaaf
    • kosten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • uitgaven [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • onkosten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • kost [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • uitgaaf [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. el gastos (expensas)
    de prijs; het eerbewijs
    • prijs [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • eerbewijs [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. el gastos (derechos; costas; coste; )
    de kosten; de belasting; de heffing; de leges
    • kosten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • belasting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • heffing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • leges [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  4. el gastos (gasto)
    de uitgave; gelduitgave; de besteding; de uitgaaf
  5. el gastos (digestiónes; consumiciones)
    spijsverteringen; de verteringen

Vertaal Matrix voor gastos:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
belasting costas; coste; costes; costo; derechos; exacción; expensas; gastos; imposición; recargo; recaudación; tasa carga; carga impositiva; cargar; imposición; impuesto; recaudación; tasa
besteding gasto; gastos edición; gasto; publicación
eerbewijs expensas; gastos
gelduitgave gasto; gastos
heffing costas; coste; costes; costo; derechos; exacción; expensas; gastos; imposición; recargo; recaudación; tasa
kost gastos alimentación; alimento; alimentos; comida; dinero de manutención; nutrición
kosten costas; coste; costes; costo; derechos; exacción; expensas; gastos; imposición; recargo; recaudación; tasa coste
leges costas; coste; costes; costo; derechos; exacción; expensas; gastos; imposición; recargo; recaudación; tasa
onkosten gastos gasto
prijs expensas; gastos precios; premio ganado
spijsverteringen consumiciones; digestiónes; gastos
uitgaaf gasto; gastos distribución; entrega
uitgave gasto; gastos aparición; compresión; comunicación; declaración; edición; notificación; presión; proclamación; promulgación; publicación; publicidad; revelación; tipo; visión
uitgaven gastos gasto
verteringen consumiciones; digestiónes; gastos consumiciones
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
prijs precio

Verwante woorden van "gastos":


Synoniemen voor "gastos":


Wiktionary: gastos


Cross Translation:
FromToVia
gastos besteding; inspanning Aufwand — Mittel, die angewendet worden sind

gasto:

gasto [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el gasto (publicación; edición)
    de besteding
  2. el gasto (gastos)
    de uitgave; gelduitgave; de besteding; de uitgaaf
  3. el gasto
    de uitgaven
  4. el gasto
    de toeslag
    • toeslag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. el gasto
    de onkosten

Vertaal Matrix voor gasto:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
besteding edición; gasto; gastos; publicación
gelduitgave gasto; gastos
onkosten gasto gastos
toeslag gasto bonificación; dividendo; gratificación; paga extraordinaria; plus; premio; prima; sobretasa; subsidio; suplemento
uitgaaf gasto; gastos distribución; entrega; gastos
uitgave gasto; gastos aparición; compresión; comunicación; declaración; edición; notificación; presión; proclamación; promulgación; publicación; publicidad; revelación; tipo; visión
uitgaven gasto gastos

Verwante woorden van "gasto":


Synoniemen voor "gasto":


Wiktionary: gasto

gasto
noun
  1. bedrag dat men uitgeeft

Cross Translation:
FromToVia
gasto besteding; vertering; uitgaaf dépense — L’argent qu’on employer à quelque chose que ce pouvoir être.

Verwante vertalingen van gastos