Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal gamberros

Vertaal gamberros van Spaans naar Nederlands

Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. gamberros:
  2. gamberro:
  3. Wiktionary:

Spaans

Uitgebreide vertaling voor gamberros (Spaans) in het Nederlands

gamberros:

gamberros [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el gamberros (camorristas; gallos de pelea; pendencieros)
    de kemphanen; de ruziemakers; de herrieschoppers; de ruziezoekers; twistzoekers; herriezoekers

Vertaal Matrix voor gamberros:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
herrieschoppers camorristas; gallos de pelea; gamberros; pendencieros
herriezoekers camorristas; gallos de pelea; gamberros; pendencieros
kemphanen camorristas; gallos de pelea; gamberros; pendencieros
ruziemakers camorristas; gallos de pelea; gamberros; pendencieros
ruziezoekers camorristas; gallos de pelea; gamberros; pendencieros
twistzoekers camorristas; gallos de pelea; gamberros; pendencieros

Verwante woorden van "gamberros":


gamberro:

gamberro [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el gamberro (bruto; palurdo; pedazo de animal; )
    de klootzak; de hufter
    • klootzak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • hufter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. el gamberro (canalla; bandido; bandolero; )
    de snoodaard; de bandiet; de boosdoener; de slechtaard; de booswicht; de onverlaat
  3. el gamberro (paleto; patán; granjero; )
    de proleet; de hork; de lomperd; de vlegel; de kinkel
    • proleet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • hork [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • lomperd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vlegel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kinkel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. el gamberro (travieso; golfillo)
    de vlegel; het schoffie; de vlerk
    • vlegel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • schoffie [het ~] zelfstandig naamwoord
    • vlerk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. el gamberro (tunante; pícaro; pillete; )
    de stouterd
    • stouterd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  6. el gamberro
    de nozem
    • nozem [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  7. el gamberro
    de straatschender
  8. el gamberro
    het schoftje
    • schoftje [het ~] zelfstandig naamwoord
  9. el gamberro
    rotjoch
    • rotjoch [znw.] zelfstandig naamwoord
  10. el gamberro (alborotador; revoltoso; agitador; perturbador)
    de herrieschopper; de druktemaker; de zenuwlijder
  11. el gamberro (instigador; causante; agitador; alborotador; agitadora)
    de belhamel; raddraaister; de raddraaier
  12. el gamberro (golfo)
    de rouwdouwer; ruw iemand
  13. el gamberro (sinvergüenza; torpe; grosero; )
    brutale kerel
  14. el gamberro (sedicioso; rebelde; perturbador; insurrecto; insubordinado)
    de stokebrand; de herrieschopper; de rustverstoorder; de oproerkraaier
  15. el gamberro (pícaro; pillo; golfillo; )
    de rekel
    • rekel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gamberro:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bandiet bandido; bandolero; bribón; canalla; gamberro; granuja; malvado
belhamel agitador; agitadora; alborotador; causante; gamberro; instigador
boosdoener bandido; bandolero; bribón; canalla; gamberro; granuja; malvado
booswicht bandido; bandolero; bribón; canalla; gamberro; granuja; malvado
brutale kerel bruto; gamberro; grosero; mal educado; maleducado; patán; pedazón; persona torpe; sinvergüenza; torpe
druktemaker agitador; alborotador; gamberro; perturbador; revoltoso alborotador; babrucón; baladrón; bullangero; persona bullangera
herrieschopper agitador; alborotador; gamberro; insubordinado; insurrecto; perturbador; rebelde; revoltoso; sedicioso camorrista; peleón; pendenciero; persona ruidosa; querulante
hork aldeano; bruto; campesino; desgraciado; gamberro; granjero; granuja; grosero; mal educado; maleducado; mastuerzo; miserable; paleto; palurdo; patán; pedazón; persona torpe; proleta; torpe; trozón capullo; paleto; palurdo; patán
hufter ala; bruto; cateto; gamberro; granuja; grosero; mal educado; mentecato; paleto; palurdo; patán; pedazo de animal; persona torpe; tonto; torpe
kinkel aldeano; bruto; campesino; desgraciado; gamberro; granjero; granuja; grosero; mal educado; maleducado; mastuerzo; miserable; paleto; palurdo; patán; pedazón; persona torpe; proleta; torpe; trozón cateto; paleto
klootzak ala; bruto; cateto; gamberro; granuja; grosero; mal educado; mentecato; paleto; palurdo; patán; pedazo de animal; persona torpe; tonto; torpe bellaco; cabrón; canalla; granuja; hijo de puta
lomperd aldeano; bruto; campesino; desgraciado; gamberro; granjero; granuja; grosero; mal educado; maleducado; mastuerzo; miserable; paleto; palurdo; patán; pedazón; persona torpe; proleta; torpe; trozón
nozem gamberro
onverlaat bandido; bandolero; bribón; canalla; gamberro; granuja; malvado
oproerkraaier gamberro; insubordinado; insurrecto; perturbador; rebelde; sedicioso
proleet aldeano; bruto; campesino; desgraciado; gamberro; granjero; granuja; grosero; mal educado; maleducado; mastuerzo; miserable; paleto; palurdo; patán; pedazón; persona torpe; proleta; torpe; trozón
raddraaier agitador; agitadora; alborotador; causante; gamberro; instigador
raddraaister agitador; agitadora; alborotador; causante; gamberro; instigador
rekel bribón; galopín; gamberro; golfillo; granuja; pillo; pilluelo; pícaro; tunante; zorro
rotjoch gamberro
rouwdouwer gamberro; golfo bravucón; forzudo; matón; valentón
rustverstoorder gamberro; insubordinado; insurrecto; perturbador; rebelde; sedicioso
ruw iemand gamberro; golfo
schoffie gamberro; golfillo; travieso
schoftje gamberro
slechtaard bandido; bandolero; bribón; canalla; gamberro; granuja; malvado
snoodaard bandido; bandolero; bribón; canalla; gamberro; granuja; malvado
stokebrand gamberro; insubordinado; insurrecto; perturbador; rebelde; sedicioso agitador; buscabroncas
stouterd gamberro; golfillo; granuja; pillete; pillo; pícaro; tunante
straatschender gamberro
vlegel aldeano; bruto; campesino; desgraciado; gamberro; golfillo; granjero; granuja; grosero; mal educado; maleducado; mastuerzo; miserable; paleto; palurdo; patán; pedazón; persona torpe; proleta; torpe; travieso; trozón cateto; diablillo; granuja; paleto; pillo; tunante
vlerk gamberro; golfillo; travieso ala
zenuwlijder agitador; alborotador; gamberro; perturbador; revoltoso alborotador; babrucón; baladrón; bullangero; enfermo neurótico; hombre nervioso; mujer nerviosa; neurópata; neurótico; persona bullangera; persona nerviosa

Verwante woorden van "gamberro":


Synoniemen voor "gamberro":


Wiktionary: gamberro

gamberro
adjective
  1. wild, uitgelaten
Cross Translation:
FromToVia
• gamberro → onruststoker; vechtersbaas; hooligan ↔ hooligan — person that causes trouble or violence
• gamberro → ruziestoker; schurk ↔ lout — troublemaker




Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0531 seconde
Page rendered in 1.0 seconds