Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. fulana:
  2. fulano:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor fulana (Spaans) in het Nederlands

fulana:

fulana [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la fulana (puta; zorra; ramera; prostituta; buscona)
    de hoer; het hoertje; de prostituee
    • hoer [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • hoertje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • prostituee [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fulana:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hoer buscona; fulana; prostituta; puta; ramera; zorra
hoertje buscona; fulana; prostituta; puta; ramera; zorra
prostituee buscona; fulana; prostituta; puta; ramera; zorra gigoló

Verwante woorden van "fulana":


Synoniemen voor "fulana":


Wiktionary: fulana


Cross Translation:
FromToVia
fulana hoer Hureabwertend: eine Frau, die für Geld sexuelle Handlungen vornimmt; Prostituierte
fulana hoer whore — prostitute

fulana vorm van fulano:

fulano [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el fulano (hombre; caballero; señor; )
    de knakker; de man; de knul; de vent; de gozer; de kerel; de gast
    • knakker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • man [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • knul [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vent [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gozer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kerel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gast [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. el fulano (chaval; hombre; tío; tipo; joven)
    de knakker; de knul; de kerel; goser; de gozer; de vent
    • knakker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • knul [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kerel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • goser [znw.] zelfstandig naamwoord
    • gozer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vent [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fulano:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gast amo; caballero; chaval; chico; compañero; fulano; hombre; hombrecillo; hombrecito; joven; macho; señor; tipo; tío cliente asiduo; convidado; durmiente; frecuentador; huésped; invitado; invitado a dormir; parroquiano habitual; visita; visitante
goser chaval; fulano; hombre; joven; tipo; tío
gozer amo; caballero; chaval; chico; compañero; fulano; hombre; hombrecillo; hombrecito; joven; macho; señor; tipo; tío
kerel amo; caballero; chaval; chico; compañero; fulano; hombre; hombrecillo; hombrecito; joven; macho; señor; tipo; tío hombre; marido; ser humano; tipo; tío
knakker amo; caballero; chaval; chico; compañero; fulano; hombre; hombrecillo; hombrecito; joven; macho; señor; tipo; tío
knul amo; caballero; chaval; chico; compañero; fulano; hombre; hombrecillo; hombrecito; joven; macho; señor; tipo; tío
man amo; caballero; chaval; chico; compañero; fulano; hombre; hombrecillo; hombrecito; joven; macho; señor; tipo; tío esposo; hombre; marido; ser humano; tío
vent amo; caballero; chaval; chico; compañero; fulano; hombre; hombrecillo; hombrecito; joven; macho; señor; tipo; tío caballero; chico; hombre; marido; ser humano; señor; soberano; tío

Verwante woorden van "fulano":


Synoniemen voor "fulano":


Wiktionary: fulano


Cross Translation:
FromToVia
fulano jeweetwel; dinges ↔ what's-his-name — A person or entity whose name one does not remember

Computer vertaling door derden: