Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. fugaz:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor fugaz (Spaans) in het Nederlands

fugaz:

fugaz bijvoeglijk naamwoord

  1. fugaz (pasajero; de paso)
    vluchtig; kortstondig; terloops; haastig
  2. fugaz (superficial; frívolo; a la ligera)
    vluchtelings

Vertaal Matrix voor fugaz:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
haastig de paso; fugaz; pasajero a escape; a toda prisa; a toda velocidad; a todo andar; acuciado; agitado; apresuradamente; apresurado; aprisa; con prisa; de prisa; de prisa y corriendo; en seguida; nervioso; precipitadamente; presuroso; pronto; rápidamente; rápido
kortstondig de paso; fugaz; pasajero entretanto; por el momento; provisional; provisionalmente; temporal; temporaneo
terloops de paso; fugaz; pasajero al lado; aparte; de pasada; de paso; hacia un lado; lateral
vluchtig de paso; fugaz; pasajero
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vluchtelings a la ligera; frívolo; fugaz; superficial

Verwante woorden van "fugaz":

  • fugaces

Synoniemen voor "fugaz":