Spaans
Uitgebreide vertaling voor fugaz (Spaans) in het Nederlands
fugaz:
-
fugaz (pasajero; de paso)
vluchtig; kortstondig; terloops; haastig-
vluchtig bijvoeglijk naamwoord
-
kortstondig bijvoeglijk naamwoord
-
terloops bijvoeglijk naamwoord
-
haastig bijvoeglijk naamwoord
-
-
fugaz (superficial; frívolo; a la ligera)
vluchtelings-
vluchtelings bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor fugaz:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
haastig | de paso; fugaz; pasajero | a escape; a toda prisa; a toda velocidad; a todo andar; acuciado; agitado; apresuradamente; apresurado; aprisa; con prisa; de prisa; de prisa y corriendo; en seguida; nervioso; precipitadamente; presuroso; pronto; rápidamente; rápido |
kortstondig | de paso; fugaz; pasajero | entretanto; por el momento; provisional; provisionalmente; temporal; temporaneo |
terloops | de paso; fugaz; pasajero | al lado; aparte; de pasada; de paso; hacia un lado; lateral |
vluchtig | de paso; fugaz; pasajero | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
vluchtelings | a la ligera; frívolo; fugaz; superficial |