Foca in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Remove Ads

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

foca:
- robber; zeehond
foco:
- focus; brandpunt; verstraler; haard; stookplaats; vuurhaard; haardstee; haardstede
Wiktionary:
- foca → zeehond, zeerob
- foca → rob, zeehond, zeerob
- foco → brandpunt
- foco → brandpunt, focus

Spaans

Uitgebreide vertaling voor foca (Spaans) in het Nederlands

foca:

foca [la ~] zelfstandig naamwoord

la foca
de robber
- robber [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la foca
de zeehond
- zeehond [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor foca:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
robber	foca
zeehond	foca	Phoca vitulina; lobo de mar

Verwante woorden van "foca":

foco

Wiktionary: foca

foca

noun

rob van de "Phocidae"familie, vertoeft in de noordelijke zeeën en maakt een blaffend geluid
- zeehond → foca
rob, een groot zeezoogdier
- zeerob → foca

Cross Translation:

From	To	Via
• foca	→ rob	↔ Robbe — Zoologie: spindelförmiges, im Wasser jagendes Raubtier
• foca	→ zeehond	↔ Seehund — Zoologie: Vertreter der zu den Hundsrobben gehörende Tierart
• foca	→ zeehond	↔ seal — pinniped
• foca	→ zeehond; rob; zeerob	↔ phoque — zoologie\|nocat=1 Une des espèces de mammifères carnivores marins au corps fusiforme, aux membres antérieurs, très courts, transformés en palettes natatoires et aux membres postérieurs qui ne peuvent se replier sous le ventre.

foca vorm van foco:

foco [el ~] zelfstandig naamwoord

el foco (punto de combustión)
de focus; het brandpunt
- focus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- brandpunt [het ~] zelfstandig naamwoord
el foco (reflector)
de verstraler
- verstraler [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
el foco (chimenea; foco del incendio; hogar; estufa; fogón)
de haard; de stookplaats; de vuurhaard; haardstee; de haardstede
- haard [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- stookplaats [de ~] zelfstandig naamwoord
- vuurhaard [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- haardstee [znw.] zelfstandig naamwoord
- haardstede [de ~] zelfstandig naamwoord
el foco
de focus
- focus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor foco:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
brandpunt	foco; punto de combustión
focus	foco; punto de combustión
haard	chimenea; estufa; foco; foco del incendio; fogón; hogar
haardstede	chimenea; estufa; foco; foco del incendio; fogón; hogar
haardstee	chimenea; estufa; foco; foco del incendio; fogón; hogar
stookplaats	chimenea; estufa; foco; foco del incendio; fogón; hogar
verstraler	foco; reflector
vuurhaard	chimenea; estufa; foco; foco del incendio; fogón; hogar	foco de incendio; foco de leña; foco del incendio

Verwante woorden van "foco":

foca, focas

Synoniemen voor "foco":

farol; lámpara; linterna; fanal; farola; reflector; lamparilla; candil; quinqué; faro; vela; aplique; flexo; bombilla

Wiktionary: foco

foco

noun

optica|nld het reële punt waar evenwijdig aan de optische as invallende (licht)stralen (of andere elektromagnetische stralen) na breking door een bolle lens dan wel reflectie door een holle spiegel samenkomen
- brandpunt → foco

Cross Translation:

From	To	Via
• foco	→ brandpunt; focus	↔ focus — in optics
• foco	→ brandpunt; focus	↔ focus — in mathematics

Verwante vertalingen van foca

Remove Ads

Vertaal foca van Spaans naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor foca (Spaans) in het Nederlands

foca:

foca [la ~] zelfstandig naamwoord

la foca

la foca

Vertaal Matrix voor foca:

Verwante woorden van "foca":

Wiktionary: foca

foca vorm van foco:

foco [el ~] zelfstandig naamwoord

el foco (punto de combustión)

el foco (reflector)

el foco (chimenea; foco del incendio; hogar; estufa; fogón)

el foco

Vertaal Matrix voor foco:

Verwante woorden van "foco":

Synoniemen voor "foco":

Wiktionary: foco

Verwante vertalingen van foca