Fluidez in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Remove Ads

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

fluidez:
- spreekvaardigheid; vloeibaarheid; snelheid; vlotheid; vaart; rapiditeit; gezwindheid; schielijkheid; tempo; rapheid; vlugheid; vloeiendheid

Spaans

Uitgebreide vertaling voor fluidez (Spaans) in het Nederlands

fluidez:

fluidez [la ~] zelfstandig naamwoord

la fluidez (práctica del idioma)
de spreekvaardigheid
- spreekvaardigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la fluidez (liquidez)
de vloeibaarheid
- vloeibaarheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la fluidez (rapidez; marcha; velocidad; prisa; afán; celo; ritmo; agilidad; esmero; soltura; celeridad; ligereza; premura; prontitud; apresuramiento)
de snelheid; de vlotheid; de vaart; rapiditeit; de gezwindheid; de schielijkheid; het tempo; rapheid; de vlugheid
- snelheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vlotheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vaart [de ~] zelfstandig naamwoord
- rapiditeit [znw.] zelfstandig naamwoord
- gezwindheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- schielijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- tempo [het ~] zelfstandig naamwoord
- rapheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- vlugheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la fluidez
vloeiendheid
- vloeiendheid [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fluidez:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gezwindheid	afán; agilidad; apresuramiento; celeridad; celo; esmero; fluidez; ligereza; marcha; premura; prisa; prontitud; rapidez; ritmo; soltura; velocidad
rapheid	afán; agilidad; apresuramiento; celeridad; celo; esmero; fluidez; ligereza; marcha; premura; prisa; prontitud; rapidez; ritmo; soltura; velocidad
rapiditeit	afán; agilidad; apresuramiento; celeridad; celo; esmero; fluidez; ligereza; marcha; premura; prisa; prontitud; rapidez; ritmo; soltura; velocidad
schielijkheid	afán; agilidad; apresuramiento; celeridad; celo; esmero; fluidez; ligereza; marcha; premura; prisa; prontitud; rapidez; ritmo; soltura; velocidad	velocidad
snelheid	afán; agilidad; apresuramiento; celeridad; celo; esmero; fluidez; ligereza; marcha; premura; prisa; prontitud; rapidez; ritmo; soltura; velocidad	acción; celeridad; marcha; prisa; prontitud; rapidez; rebosamiento; ritmo; tiempo; urgencia; velocidad; velocidad de marcha
spreekvaardigheid	fluidez; práctica del idioma
tempo	afán; agilidad; apresuramiento; celeridad; celo; esmero; fluidez; ligereza; marcha; premura; prisa; prontitud; rapidez; ritmo; soltura; velocidad	acción; celeridad; marcha; prisa; prontitud; rapidez; rebosamiento; ritmo; tiempo; urgencia; velocidad; velocidad de marcha
vaart	afán; agilidad; apresuramiento; celeridad; celo; esmero; fluidez; ligereza; marcha; premura; prisa; prontitud; rapidez; ritmo; soltura; velocidad	a todo correr; acción; canal; celeridad; marcha; prisa; prontitud; rapidez; rebosamiento; ritmo; tiempo; urgencia; velocidad; velocidad de marcha
vloeibaarheid	fluidez; liquidez
vloeiendheid	fluidez
vlotheid	afán; agilidad; apresuramiento; celeridad; celo; esmero; fluidez; ligereza; marcha; premura; prisa; prontitud; rapidez; ritmo; soltura; velocidad
vlugheid	afán; agilidad; apresuramiento; celeridad; celo; esmero; fluidez; ligereza; marcha; premura; prisa; prontitud; rapidez; ritmo; soltura; velocidad	prisa; rápidez

Remove Ads

Vertaal fluidez van Spaans naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor fluidez (Spaans) in het Nederlands

fluidez:

fluidez [la ~] zelfstandig naamwoord

la fluidez (práctica del idioma)

la fluidez (liquidez)

la fluidez (rapidez; marcha; velocidad; prisa; afán; celo; ritmo; agilidad; esmero; soltura; celeridad; ligereza; premura; prontitud; apresuramiento)

la fluidez

Vertaal Matrix voor fluidez: