Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. florecimiento:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor florecimiento (Spaans) in het Nederlands

florecimiento:

florecimiento [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el florecimiento (renacimiento; resurgimiento)
    de opleving; de herleving; de opbloei
    • opleving [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • herleving [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • opbloei [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. el florecimiento (animación; renacimiento; reposición; )
    de verlevendiging

Vertaal Matrix voor florecimiento:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
herleving florecimiento; renacimiento; resurgimiento reaparición; resurgimiento; vuelta a la escena
opbloei florecimiento; renacimiento; resurgimiento crecimiento; floración; período de floración
opleving florecimiento; renacimiento; resurgimiento
verlevendiging Renacimiento; amenidad; animación; florecimiento; reestreno; renacimiento; reposición

Verwante woorden van "florecimiento":

  • florecimientos

Synoniemen voor "florecimiento":