Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. fisuras:
  2. fisura:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor fisuras (Spaans) in het Nederlands

fisuras:

fisuras [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la fisuras (grietas; hendiduras)
    de scheuren; de sprongen; de barsten
    • scheuren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • sprongen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • barsten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor fisuras:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barsten fisuras; grietas; hendiduras grietas; hendiduras; rajas
scheuren fisuras; grietas; hendiduras
sprongen fisuras; grietas; hendiduras saltos
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barsten abrirse bruscamente; abrirse de golpe; estallar; fracturar; quebrantar; quebrar; rajarse; refractar; resquebrajarse; romper; saltar; ¡que te revientes!; ¡vete a la mierda!
scheuren desgarrar; desgarrarse; rasgar; tomar parte en una carrera; transportar en avión; volar

Verwante woorden van "fisuras":


fisura:

fisura [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la fisura (espacio intermedio; abismo; abertura; )
    de kloof; de tussenruimte; de uitsparing; de spleet; de opening
    • kloof [de ~] zelfstandig naamwoord
    • tussenruimte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • uitsparing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • spleet [de ~] zelfstandig naamwoord
    • opening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fisura:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kloof abertura; abismo; barranco; espacio; espacio intermedio; fisura; grieta; hendidura; intervalo; precipicio; quebrada alejamiento; barranco; canal; distancia; entalladura; escopladura; garganta; hendidura; intersticio; muesca; precipicio; quebrada; ranura; rendija; resquicio; surco; zanja
opening abertura; abismo; barranco; espacio; espacio intermedio; fisura; grieta; hendidura; intervalo; precipicio; quebrada abertura; acequia; arruga; boquete; brecha; canal; canaladura; canalizo; comienzo; corredera; cuca; entalladura; escopladura; grieta; hendidura; inicio; marco de la puerta; muesca; principio; raja; ranura; regadera; rendija; roza; surco; vano; zanja
spleet abertura; abismo; barranco; espacio; espacio intermedio; fisura; grieta; hendidura; intervalo; precipicio; quebrada
tussenruimte abertura; abismo; barranco; espacio; espacio intermedio; fisura; grieta; hendidura; intervalo; precipicio; quebrada
uitsparing abertura; abismo; barranco; espacio; espacio intermedio; fisura; grieta; hendidura; intervalo; precipicio; quebrada entalladura; escopladura; muesca

Verwante woorden van "fisura":


Synoniemen voor "fisura":