Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal festivo

Vertaal festivo van Spaans naar Nederlands

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

festivo:
- feestelijk; bezet; druk; drukbezet
Wiktionary:
- festivo → kleurrijk, feestelijk

Spaans

Uitgebreide vertaling voor festivo (Spaans) in het Nederlands

festivo:

festivo bijvoeglijk naamwoord

festivo (de fiesta)
feestelijk
- feestelijk bijvoeglijk naamwoord
festivo (activo; ocupado; despierto; alegre; intenso; atareado; vivo; ardiente; animado; recargado; agitado; frecuente; de buen humor; vigoroso; prolífero)
bezet; druk; drukbezet
- bezet bijvoeglijk naamwoord
- druk bijvoeglijk naamwoord
- drukbezet bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor festivo:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
druk		cargamento; compresión; edición; gravamen; peso; presión
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bezet	activo; agitado; alegre; animado; ardiente; atareado; de buen humor; despierto; festivo; frecuente; intenso; ocupado; prolífero; recargado; vigoroso; vivo	no disponible; ocupado
druk	activo; agitado; alegre; animado; ardiente; atareado; de buen humor; despierto; festivo; frecuente; intenso; ocupado; prolífero; recargado; vigoroso; vivo	activo; animado; industrioso; trabajador
drukbezet	activo; agitado; alegre; animado; ardiente; atareado; de buen humor; despierto; festivo; frecuente; intenso; ocupado; prolífero; recargado; vigoroso; vivo
feestelijk	de fiesta; festivo

Verwante woorden van "festivo":

festiva, festivas, festivos

Synoniemen voor "festivo":

bufo; grotesco; cómico; chirigotero; bufonesco; burlesco; ridículo; payaso; histrión; bufón; caricato; chocarrero; chufletero; hazmerreír; juglar; jocoso; chistoso; chancero; divertido; entretenido; sarcástico
gracioso; agudo
jaranero; bullicioso; alborotador; follonero; juerguista; marchoso; parrandero; cachondo; vividor; animado
jovial; chacotero; humorista; bromista; humorístico; placentero; risueño; burlón; guasón; chunguero; juguetón; socarrón; ganso
jubiloso; alborozado; alegre; gozoso; radiante; contento; satisfecho

Wiktionary: festivo

Cross Translation:

From	To	Via
• festivo	→ kleurrijk; feestelijk	↔ gay — festive, bright, colorful

Verwante vertalingen van festivo