Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal felicidad

Vertaal felicidad van Spaans naar Nederlands

Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. felicidad:
  2. Wiktionary:

Spaans

Uitgebreide vertaling voor felicidad (Spaans) in het Nederlands

felicidad:

felicidad [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la felicidad (destino; fortuna; golpe de fortuna; )
    het geluk; het gelukkig-zijn; gelukkigheid; de fortuin
  2. la felicidad (dicha)
    het geluk; geluk hebbend; de bof
    • geluk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • geluk hebbend [znw.] zelfstandig naamwoord
    • bof [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. la felicidad (exquisitez; dicha; delicia; gloria)
    de gelukzaligheid; de heerlijkheid
  4. la felicidad (gusto; ventura; placer; )
    het welgevallen
  5. la felicidad (bendición; don)
    de voorspoed; de zegening; de zaligheid; gezegende toestand; het heil; de zegen; zegenen

Vertaal Matrix voor felicidad:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bof dicha; felicidad paperas
fortuin capital; destino; dicha; estrella; felicidad; fortuna; golpe de fortuna capital; mas dineros; suma
geluk capital; destino; dicha; estrella; felicidad; fortuna; golpe de fortuna
geluk hebbend dicha; felicidad
gelukkigheid capital; destino; dicha; estrella; felicidad; fortuna; golpe de fortuna
gelukzaligheid delicia; dicha; exquisitez; felicidad; gloria
gezegende toestand bendición; don; felicidad bendiciones; bendición; consagración; delicia; gloria; salvación
heerlijkheid delicia; dicha; exquisitez; felicidad; gloria sabrosidad
heil bendición; don; felicidad afluencia; bendiciones; bendición; bienestar; bonanza; consagración; delicia; gloria; prosperidad; provecho; salud; salvación; éxito
het gelukkig-zijn capital; destino; dicha; estrella; felicidad; fortuna; golpe de fortuna
voorspoed bendición; don; felicidad afluencia; bendiciones; bendición; bienestar; bonanza; consagración; delicia; gloria; prosperidad; provecho; salud; salvación; éxito
welgevallen bienestar; euforia; felicidad; fortuna; gusto; placer; ventura
zaligheid bendición; don; felicidad beatitud; gloria; redención; reino de los cielos; salvación
zegen bendición; don; felicidad bendiciones; bendición; consagración; delicia; gloria; salvación
zegenen bendición; don; felicidad bendiciones; bendición; consagración; delicia; gloria; salvación
zegening bendición; don; felicidad bendiciones; bendición; consagración; delicia; gloria; inauguración; salvación; santificación
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
welgevallen aguantar; permitir
zegenen consagrar; inaugurar; santificar

Synoniemen voor "felicidad":


Wiktionary: felicidad

felicidad
Cross Translation:
FromToVia
• felicidad → vreugde; geluk; blijdschap; blijheid ↔ happiness — emotion of being happy
• felicidad → vreugde ↔ joy — feeling of happiness
• felicidad → vrolijkheid ↔ mirth — merriment
• felicidad → geluk; blijheid; blijdschap; vreugde ↔ bonheur — félicité ; état heureux.

Verwante vertalingen van felicidad







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0309 seconde
Page rendered in 1.0 seconds