Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. faldón:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor faldón (Spaans) in het Nederlands

faldón:

faldón [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el faldón (enaguas; combinación de cintura; bragas)
    de onderrok
    • onderrok [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. el faldón (construcción; edificio; finca; )
    het bouwsel
    • bouwsel [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. el faldón (construcción; edificio; casa; )
    het gebouw; het bouwwerk; het pand
    • gebouw [het ~] zelfstandig naamwoord
    • bouwwerk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • pand [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. el faldón
    de jaspand
    • jaspand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor faldón:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bouwsel casa; complexión; construcción; cultivo; edificación; edificio; estatura; estructura; faldón; finca; inmueble; prenda; talla
bouwwerk casa; complexión; construcción; cultivo; edificación; edificio; estatura; estructura; faldón; finca; inmueble; lote; parcela; prenda; solar; talla; terreno de construcción; terreno edificable
gebouw casa; complexión; construcción; cultivo; edificación; edificio; estatura; estructura; faldón; finca; inmueble; lote; parcela; prenda; solar; talla; terreno de construcción; terreno edificable edificio
jaspand faldón
onderrok bragas; combinación de cintura; enaguas; faldón
pand casa; complexión; construcción; cultivo; edificación; edificio; estatura; estructura; faldón; finca; inmueble; lote; parcela; prenda; solar; talla; terreno de construcción; terreno edificable apartamento; casa; caución; dita; edificio; fianza; garantía; habitación; prenda

Verwante woorden van "faldón":

  • faldones