Evasión in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

evasión:
- vlucht; vliegreis; vliegtocht; ontsnapping; uitbraak; ontvluchting; uitbreken; ontwijken; mijden; mijding; omtrekkende beweging; ontlopen; trachten te ontkomen aan; ontwijking; vermijden; vermijding; schuwen; verhoeden
Wiktionary:
- evasión → evasie

Spaans

Uitgebreide vertaling voor evasión (Spaans) in het Nederlands

la evasión (viaje en avión; barrio; bandada; empuje; escapada; evasiones; marcha)
de vlucht; de vliegreis; de vliegtocht
- vlucht [de ~] zelfstandig naamwoord
- vliegreis [de ~] zelfstandig naamwoord
- vliegtocht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la evasión (fuga; huida; escapada; evasiones)
de ontsnapping; de uitbraak; de ontvluchting; uitbreken
- ontsnapping [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- uitbraak [de ~] zelfstandig naamwoord
- ontvluchting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- uitbreken [znw.] zelfstandig naamwoord
la evasión
ontwijken; mijden; mijding; omtrekkende beweging; ontlopen; trachten te ontkomen aan
- ontwijken [znw.] zelfstandig naamwoord
- mijden [znw.] zelfstandig naamwoord
- mijding [znw.] zelfstandig naamwoord
- omtrekkende beweging [znw.] zelfstandig naamwoord
- ontlopen [znw.] zelfstandig naamwoord
- trachten te ontkomen aan [znw.] zelfstandig naamwoord
la evasión
de ontwijking
- ontwijking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la evasión (evitación)
vermijden; ontwijken; de vermijding; ontlopen; schuwen; verhoeden; mijden
- vermijden [znw.] zelfstandig naamwoord
- ontwijken [znw.] zelfstandig naamwoord
- vermijding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- ontlopen [znw.] zelfstandig naamwoord
- schuwen [znw.] zelfstandig naamwoord
- verhoeden [znw.] zelfstandig naamwoord
- mijden [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
mijden	evasión; evitación
mijding	evasión
omtrekkende beweging	evasión
ontlopen	evasión; evitación
ontsnapping	escapada; evasiones; evasión; fuga; huida
ontvluchting	escapada; evasiones; evasión; fuga; huida
ontwijken	evasión; evitación
ontwijking	evasión
schuwen	evasión; evitación
trachten te ontkomen aan	evasión
uitbraak	escapada; evasiones; evasión; fuga; huida
uitbreken	escapada; evasiones; evasión; fuga; huida
verhoeden	evasión; evitación
vermijden	evasión; evitación
vermijding	evasión; evitación
vliegreis	bandada; barrio; empuje; escapada; evasiones; evasión; marcha; viaje en avión
vliegtocht	bandada; barrio; empuje; escapada; evasiones; evasión; marcha; viaje en avión	paseo en avión; vuelo
vlucht	bandada; barrio; empuje; escapada; evasiones; evasión; marcha; viaje en avión
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
mijden		disentir; divergir; eludir; escapar; escapar de; escaparse de; esquivar a alguien; evadir; evadirse de; evitar; rehuir; sortear
ontlopen		disentir; divergir; eludir; escapar; escapar de; escaparse de; esquivar a alguien; evadir; evadirse de; evitar; rehuir; sortear
ontwijken		disentir; divergir; eludir; escapar; escapar de; escaparse de; esquivar a alguien; evadir; evadirse de; evitar; rehuir; sortear
vermijden		disentir; divergir; eludir; escapar; escapar de; escaparse de; esquivar a alguien; evadir; evadirse de; evitar; rehuir; sortear