Etapa in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

etapa:
- fase; stadium; ontwikkelingsfase; etappe; parcoursetappe; tournee; ronde; uitstapje; tochtje; toertje; trip; uitje
Wiktionary:
- etapa → stadium

Spaans

Uitgebreide vertaling voor etapa (Spaans) in het Nederlands

la etapa (etapa en el dearrollo; fase; período)
de fase; het stadium; de ontwikkelingsfase
- fase [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- stadium [het ~] zelfstandig naamwoord
- ontwikkelingsfase [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la etapa (período; momento; tramo; estadio; fase; trayecto)
de etappe; parcoursetappe
- etappe [de ~] zelfstandig naamwoord
- parcoursetappe [znw.] zelfstandig naamwoord
la etapa (turno; ronda; marte; paseo; trayecto; marcha; ruta; excursión; rotación; trip; marcha hacia adelante)
de tournee; de ronde
- tournee [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- ronde [de ~] zelfstandig naamwoord
la etapa (excursión; escapada; viaje; trayecto; arte)
de uitstapje; het tochtje; het toertje; de trip; het uitje
- uitstapje [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- tochtje [het ~] zelfstandig naamwoord
- toertje [het ~] zelfstandig naamwoord
- trip [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- uitje [het ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
etappe	estadio; etapa; fase; momento; período; tramo; trayecto	barrio; barrote; calzada; carretera; paso; ronda; trayecto; trayectoria; turno
fase	etapa; etapa en el dearrollo; fase; período	estadio de evolución; fase; fase de desarrollo; fase de flujo de trabajo
ontwikkelingsfase	etapa; etapa en el dearrollo; fase; período
parcoursetappe	estadio; etapa; fase; momento; período; tramo; trayecto
ronde	etapa; excursión; marcha; marcha hacia adelante; marte; paseo; ronda; rotación; ruta; trayecto; trip; turno	barrio; barrote; calzada; carretera; paso; ronda; trayecto; trayectoria; turno
stadium	etapa; etapa en el dearrollo; fase; período	estadio de evolución; fase de desarrollo
tochtje	arte; escapada; etapa; excursión; trayecto; viaje	paseo; vueltecita
toertje	arte; escapada; etapa; excursión; trayecto; viaje
tournee	etapa; excursión; marcha; marcha hacia adelante; marte; paseo; ronda; rotación; ruta; trayecto; trip; turno	barrio; barrote; calzada; carretera; excursión; paseo; paso; recorrido; ronda; trayecto; trayectoria; turno
trip	arte; escapada; etapa; excursión; trayecto; viaje	paseo
uitje	arte; escapada; etapa; excursión; trayecto; viaje	paseo; vueltecita
uitstapje	arte; escapada; etapa; excursión; trayecto; viaje	aventura; día de campo; escapada; excursión; excursión de un día; paseo; recorrido; viaje; viaje de placer; viaje de recreo; vuelta

Cross Translation:

From	To	Via
• etapa	→ stadium	↔ stage — phase