Estulticia in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

estulticia:
- gekkenwerk; ongerijmdheid; absurditeit; onzinnigheid; dwaasheid; idioterie; onverstand

Spaans

Uitgebreide vertaling voor estulticia (Spaans) in het Nederlands

la estulticia (locura; disparate; desatino; estupidez; tontada)
het gekkenwerk
- gekkenwerk [het ~] zelfstandig naamwoord
la estulticia (incongruencia; necedad; irracionalidad; locura; estupidez; idiotez; chaladura; chifladura)
de ongerijmdheid; de absurditeit; de onzinnigheid; de dwaasheid; de idioterie; het onverstand
- ongerijmdheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- absurditeit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- onzinnigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- dwaasheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- idioterie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- onverstand [het ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
absurditeit	chaladura; chifladura; estulticia; estupidez; idiotez; incongruencia; irracionalidad; locura; necedad
dwaasheid	chaladura; chifladura; estulticia; estupidez; idiotez; incongruencia; irracionalidad; locura; necedad	alienación mental; broma; demencia; enfermedad mental; estupidez; perturbación mental; rabia; trastorno mental
gekkenwerk	desatino; disparate; estulticia; estupidez; locura; tontada
idioterie	chaladura; chifladura; estulticia; estupidez; idiotez; incongruencia; irracionalidad; locura; necedad	absurdo; alienación mental; bobadas; broma; carácter disparatado; cháchara; contrasentido; demencia; desatino; desvaríos; disparate; enfermedad mental; estupidez; gansadas; idioteces; perturbación mental; rabia; tontera; tonteras; tontería; tonterías; trastorno mental
ongerijmdheid	chaladura; chifladura; estulticia; estupidez; idiotez; incongruencia; irracionalidad; locura; necedad
onverstand	chaladura; chifladura; estulticia; estupidez; idiotez; incongruencia; irracionalidad; locura; necedad
onzinnigheid	chaladura; chifladura; estulticia; estupidez; idiotez; incongruencia; irracionalidad; locura; necedad	aridez; esterilidad; infertilidad