Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. estirón:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor estirón (Spaans) in het Nederlands

estirón:

estirón [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el estirón (tirón; estirajón)
    de trek; de ruk; de haal
    • trek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • ruk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • haal [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. el estirón (tirón)
    aantrekken; straktrekken

Vertaal Matrix voor estirón:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aantrekken estirón; tirón atractar; fascinar; vestirse
haal estirajón; estirón; tirón arañazo; calada; chupada; línea; raya; trazo
ruk estirajón; estirón; tirón
straktrekken estirón; tirón
trek estirajón; estirón; tirón apetito; corriente; corriente de aire; ganas de comer; ganas de comer algo; hambre; succión de aire
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aantrekken alistar reclutas; anunciar; atraer; cerrar; cerrar la puerta; correr; emplear; hacer propaganda; hacer publicidad; poner un anuncio; ponerse; reclutar; vestir; vestirse

Verwante woorden van "estirón":

  • estirones

Synoniemen voor "estirón":