Estilo in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

estilo:
- methode; manier; handelwijze; wijze; procedure; wijs; trant; allure; aanzien; stijl
Wiktionary:
- estilo → stijl
- estilo → stijl, etsnaald, griffel, schrijfstift, trant

Spaans

Uitgebreide vertaling voor estilo (Spaans) in het Nederlands

el estilo (método; manera; forma; modo de obrar; modo)
de methode; de manier; de handelwijze; de wijze; de procedure; de wijs; de trant
- methode [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- manier [de ~] zelfstandig naamwoord
- handelwijze [de ~] zelfstandig naamwoord
- wijze [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- procedure [de ~] zelfstandig naamwoord
- wijs [de ~] zelfstandig naamwoord
- trant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
el estilo
de allure; het aanzien
- allure [de ~] zelfstandig naamwoord
- aanzien [het ~] zelfstandig naamwoord
el estilo
de stijl
- stijl [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aanzien	estilo	aire; alteza; aparición; apariencia; aspecto; cara; eminencia; expresión; exterior; figura; nobleza; prestigio; reputación; respetabilidad; respeto; semblante; tamaño
allure	estilo
handelwijze	estilo; forma; manera; modo; modo de obrar; método	comportamiento; conducta; manera; modo
manier	estilo; forma; manera; modo; modo de obrar; método	comportamiento; conducta; manera; modo
methode	estilo; forma; manera; modo; modo de obrar; método	método; procedimiento
procedure	estilo; forma; manera; modo; modo de obrar; método	causa; juicio; pleito; procedimiento; proceso
stijl	estilo	barra; barrote; estilo de vida; género de vida; manera de vivir; modo de vida; reja; rejas; rejería; tren de vida
trant	estilo; forma; manera; modo; modo de obrar; método
wijs	estilo; forma; manera; modo; modo de obrar; método	aire; melodía; tonadilla
wijze	estilo; forma; manera; modo; modo de obrar; método	graduado; titulado superior; titulado universitario
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aanzien		dar un vistazo a; mirar a; observar; percibir
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
wijs		chulo; docto; erudito; estupendo; fantástico; fenomenal; grandioso; guay; inteligente; juicioso; letrado; maravilloso; muy desarrollado; razonable; sabihondo; sabio; sensato

estilo

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• estilo	→ stijl	↔ style — manner of doing things
• estilo	→ etsnaald; griffel; schrijfstift	↔ stylus — tool for writing on clay tablets
• estilo	→ stijl; trant	↔ style — (botanique) filament reliant l’ovaire au stigmate, au centre de la fleur.

Computer vertaling door derden: