Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal estibar

Vertaal estibar van Spaans naar Nederlands

Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. estibar:
  2. Wiktionary:

Spaans

Uitgebreide vertaling voor estibar (Spaans) in het Nederlands

estibar:

estibar werkwoord

  1. estibar
    stouwen
    • stouwen werkwoord (stouw, stouwt, stouwde, stouwden, gestouwd)
  2. estibar (propulsar; hacer avanzar; mover; )
    voortbewegen
    • voortbewegen werkwoord (beweeg voort, beweegt voort, bewoog voort, bewogen voort, voortbewogen)
  3. estibar (cargar; recargar; fletar)
    opnieuw laden; opladen elektriciteit
  4. estibar (propulsar)
    voortstuwen; stuwen; opstuwen
    • voortstuwen werkwoord (stuw voort, stuwt voort, stuwde voort, stuwden voort, voortgestuwd)
    • stuwen werkwoord (stuw, stuwt, stuwde, stuwden, gestuwd)
    • opstuwen werkwoord (stuw op, stuwt op, stuwde op, stuwden op, opgestuwd)
  5. estibar (arriar; empujar; mover)
    duwen; voortduwen; vooruitduwen
    • duwen werkwoord (duw, duwt, duwde, duwden, geduwd)
    • voortduwen werkwoord (duw voort, duwt voort, duwde voort, duwden voort, voortgeduwd)
    • vooruitduwen werkwoord

Conjugations for estibar:

presente
  1. estibo
  2. estibas
  3. estiba
  4. estibamos
  5. estibáis
  6. estiban
imperfecto
  1. estibaba
  2. estibabas
  3. estibaba
  4. estibábamos
  5. estibabais
  6. estibaban
indefinido
  1. estibé
  2. estibaste
  3. estibó
  4. estibamos
  5. estibasteis
  6. estibaron
fut. de ind.
  1. estibaré
  2. estibarás
  3. estibará
  4. estibaremos
  5. estibaréis
  6. estibarán
condic.
  1. estibaría
  2. estibarías
  3. estibaría
  4. estibaríamos
  5. estibaríais
  6. estibarían
pres. de subj.
  1. que estibe
  2. que estibes
  3. que estibe
  4. que estibemos
  5. que estibéis
  6. que estiben
imp. de subj.
  1. que estibara
  2. que estibaras
  3. que estibara
  4. que estibáramos
  5. que estibarais
  6. que estibaran
miscelánea
  1. ¡estiba!
  2. ¡estibad!
  3. ¡no estibes!
  4. ¡no estibéis!
  5. estibado
  6. estibando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

estibar [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el estibar
    verstouwing

Vertaal Matrix voor estibar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
duwen tocones; tronchos
verstouwing estibar
voortstuwen impulsar; propulsar
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
duwen arriar; empujar; estibar; mover desplazar hacia delante; empujar; empujar hacia delante; urgir
opladen elektriciteit cargar; estibar; fletar; recargar
opnieuw laden cargar; estibar; fletar; recargar recargar
opstuwen estibar; propulsar
stouwen estibar
stuwen estibar; propulsar impulsar; propulsar
voortbewegen arriar; desplazar; empujar; estibar; hacer avanzar; mover; propulsar
voortduwen arriar; empujar; estibar; mover empujar; empujar hacia delante
voortstuwen estibar; propulsar impulsar; propulsar
vooruitduwen arriar; empujar; estibar; mover impulsar; propulsar

Wiktionary: estibar

Cross Translation:
FromToVia
• estibar → stouwen; stuwen; verstouwen ↔ arrimer — marine|fr distribuer, arranger convenablement et placer avec solidité à l’intérieur d’un bâtiment les divers objets qui composer sa charge, sa cargaison.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0299 seconde
Page rendered in 1.0 seconds